Donderdag 16 november vond de Landelijke STO dag 2023 plaats in het futuristische (en voor sommigen misschien ook wel nostalgische) Evoluon in Eindhoven. Zo’n 450 STO’ers kwamen vanuit het gehele land bij elkaar om te ontmoeten, inspiratie op te doen en samen plannen te maken voor 2025-2029.
De dag, die startte met een gezamenlijke lunch, werd geopend door Jan van Nierop. Deelnemers werden door leerlingen van het Stedelijk College Eindhoven en studenten van De Rooi Pannen rondgeleid door de tentoonstelling Retrofuture: een grote tentoonstelling over de toekomst van het verleden. Tijdens de plenaire momenten werd teruggeblikt op de afgelopen successen van STO, sprak Koert van Mensvoort over de Next nature filosofie en deelde Laura Veerman namens de minister van OCW de voorgenomen plannen vanuit het ministerie. Maar de deelnemers gingen ook zelf aan de slag! In de verschillende werksessies Voortbouwen 2025-2029 werd nagedacht over belangrijke STO thema’s voor de toekomst. De bevindingen per werksessie zijn hieronder te vinden.
Samen komen we verder: Een instelling die voelbaar was in de verschillende werksessies. Met veel enthousiasme zijn er verschillende goede voorbeelden gedeeld en is er kennis uitgewisseld. Het docententekort en de borging van STO kwamen in verschillende werksessies aan bod als twee belangrijke focuspunten voor STO 2025-2029. Dit zijn grote uitdagingen die tijd, creativiteit en een lange adem vragen. Ook het belang van samenwerken met het PO en mbo en de behoeftes van zowel het bedrijfsleven als het onderwijs erkennen vormden het onderwerp van gesprek. Lees hier meer over de verschillende thema’s.
In de werksessie over de samenwerking met het mbo was met name het opzetten van een doorlopende leerroute het onderwerp van gesprek. Daarbij gaat het niet alleen om de inhoudelijke afstemming van vakken, maar ook om de organisatorische en administratieve zaken die daarbij komen kijken. Een andere ambitie voor 2029 is om de afstemming met het bedrijfsleven daarbij nog meer te vinden en om de gemaakte plannen structureel weg te zetten. Hoewel de ambities groot zijn, constateerden de aanwezigen ook dat er in de afgelopen jaren al grote stappen gezet zijn. Zo staat er in sommige regio’s al een doorlopende leerroute, zijn keuzevakken samen met het bedrijfsleven en het mbo georganiseerd en zijn er menukaarten ontwikkeld. Bovendien is de urgentie zichtbaar geworden, ondanks dat het creëren van het gezamenlijke gevoel van urgentie nog steeds de nodige uitdagingen met zich meebrengt.
Mabri Fennema, ondersteuner, aanwezig bij de werksessie over het mbo, gaf aan dat er in de werksessie een enthousiaste en diverse groep bijeengekomen was. Er werden ervaringen uitgewisseld tips gegeven aan elkaar. Terugkomende onderwerpen waren de knip tussen het vmbo en het mbo (optie vmbo van 5 of 6 jaar), de invloed die dat heeft op de samenwerking met het mbo en het belang van de samenwerking vmbo-mbo op bestuurlijk niveau. Dat vertaalt zich namelijk soms niet door naar de teamleiders en docenten. ‘’Uiteindelijk gaat het niet over praten, maar om het doen. Zet daarbij in op een zachte landing van vmbo naar mbo!” De behoeftes op dit thema draaien met name om de waarom achter de samenwerking. Er is vraag naar een platform om ervaringen uit te wisselen en te leren van de good practices. Daarnaast gaat speciale aandacht uit naar het vervoer van de vmbo-leerlingen naar mbo-locaties met de vraag: hoe organiseren we dat? Al met al was het een leerzame sessie, waarin veel contactgegevens zijn uitgewisseld.
Bekijk de poster (pdf)Een centraal thema binnen de werksessie van de samenwerking met het bedrijfsleven was die van verbinding. Het gaat over de afstemming van het bedrijfsleven op het onderwijs, waarbij het knelpunt met name zit in de flexibiliteit van het onderwijs en de verschillende tijdschema’s gedurende een schooljaar. Daarbij is het lastig om overzicht te creëren in alle opgebouwde contacten tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Hoewel mensen in de afgelopen jaren meer met elkaar in contact gekomen zijn, blijkt de behoefte met name te liggen bij een centrale organisatie rondom deze contacten, bijvoorbeeld aan de hand van een eenduidig contactpersoon of door middel van een menukaart. Ook een centraal STO-loket wordt als idee geopperd. De uitdagingen rondom het verbeteren van de samenwerking met het bedrijfsleven worden met name zichtbaar in belangen- en cultuurverschillen, bekostiging en ook de structurele realisatie van samenwerking blijft voortdurend een ingewikkelde.
Michèl van der Feen merkte in de werksessie op dat er veel behoefte was om met elkaar in gesprek te gaan over wat wel en niet werkt. De nadruk lag op de wederzijdse (h)erkenning van het gezamenlijke belang van zowel het onderwijs als het bedrijfsleven. Daarin is de welwillendheid bij alle partijen groot, maar is het soms nog lastig om de samenwerking te concretiseren en te bestendigen. De extra uitdaging die daarbij komt kijken, is dat ieder bedrijf ook weer van een ander bedrijf verschilt en er dus geen one size fits all aanpak bestaat. Het was een energieke bijeenkomst waaruit bleek dat de behoefte om samen te werken niet onopgemerkt kon blijven, maar dat de zoektocht naar hoe dat goed te doen blijft bestaan.
Bekijk de poster (pdf)Tijdens de werksessie over samenwerking met het primair onderwijs ging het veelal over de afstemming met po-docenten. Daar liggen best een aantal uitdagingen, bijvoorbeeld het creëren van draagkracht voor technologie onder po-docenten. Ook de slag naar professionalisering en kennisoverdracht is een uitdaging, zeker gezien de docententekorten. De behoefte aan het ontzorgen van leerkrachten is dan ook groot. Aansluitend daarop worden een aantal ideeën geopperd, zoals het oprichten van een landelijk platform met leermateriaal en handleidingen of een coördinator techniek op het po. Een andere interventie die nodig is volgens de aanwezigen bij de werksessie is het creëren van een gezamenlijke visie. Echter gaan er ook al veel zaken heel goed. Zo wordt er in een veel regio’s hoog ingezet op beeldvorming, onder andere door ook ouders actief te betrekken bij de techniek. Verder is er in de afgelopen jaren afstemming in het onderwijsaanbod gecreëerd en worden lessen en activiteiten gezamenlijk georganiseerd. In de toekomst zou ook het bedrijfsleven daar nog meer bij kunnen aansluiten.
Ruud Porck merkte op dat in de werksessie zeer betrokken en creatieve deelnemers uit alle geledingen samen kwamen. Het besef dat we leerlingen het eerlijke en vooral complete beeld moeten geven van technologie in onze maatschappij, voerde de boventoon. De nadruk lag er daarbij op dat we veel meer moeten samenwerken en het gehele PO (groep 3 t/m 8) moeten betrekken bij technologie. Daarbij is het ook van belang dat de leerlingen zelf betrokken worden; dat het leslokaal ook buiten de school is en dat activiteiten en proefjes georganiseerd worden. Daarbij kunnen motorische en cognitieve vaardigheden hand in hand gaan. Om dat te bereiken zijn er echter wel experts (inclusief diverse ambachtsmensen) in de school nodig, waarbij leraren en docenten een stuk ontzorgd kunnen worden.
Bekijk de poster (pdf)De ambitie voor 2029 was in de werksessie Aandacht voor techniek in de niet-technische profielen helder. Het gaat om twee dingen: techniek is overal, en techniek is voor iedereen. Daarbij is er op dat vlak al een hoop gebeurd. Er wordt samengewerkt met mbo’s en het bedrijfsleven, en er worden connecties gemaakt met bijvoorbeeld zorg, groen of de avo-vakken. Bovendien kunnen veel leerlingen met een niet-technisch profiel inmiddels een technisch keuzevak volgen om op die manier toch in aanraking te komen met techniek. Er is met name behoefte aan flexibiliteit in roosters en er zijn een aantal logistieke uitdagingen. De structurele organisatie is wat in de volgende fase van STO de aandacht vraagt. Op die manier kan nieuwsgierigheid nog meer aangewakkerd worden.
Ondersteuner Ineke Veerkamp gaf aan dat er veel uitwisseling was tijdens de werksessie, waarin het met name ging over de vraag: wat is er nodig? Ook draaide het in deze werksessie om het belang van techniek in de gehele samenleving, want: “Techniek is overal!” Mondiale thema’s, zoals duurzaamheid laten dit belang zien.
Bekijk de poster (pdf)Het oplossen van de tekorten in het onderwijspersoneel blijft een ingewikkelde, zo bleek uit de werksessie over dit thema. Bovendien bleek uit de andere werksessies dat de urgentie van dit thema groot is. Zo valt of staat het techniekonderwijs met voldoende bevoegde docenten. Een mooie ambitie die dan ook gesteld werd tijdens deze werksessie was om urgentie te creëren bij bedrijven en scholen; en bovendien om te kijken naar mogelijkheden om van de gebaande paden af te wijken om nieuwe docenten te kunnen opleiden. Een concreet voorbeeld hiervan was om mbo’ers de mogelijkheid te geven om een verkorte opleiding tot instructeur of docent te laten volgen. Verder werd in de werksessie besproken dat er grote behoefte is om dit probleem op landelijk niveau aan te pakken.
Bij de werksessie was een gemengd gezelschap aanwezig. Lenie van Lieverloo gaf aan dat dit een onderwerp is dat bij iedereen speelt, waar nog genoeg op te doen is, en waar creativiteit en een lange adem voor gevraagd wordt. Een uitdaging die zowel landelijk als regionaal opgepakt moet worden. Mogelijke interventies zoals maatwerk opleidingen, het kunnen bieden van goede faciliteiten, professionaliseringsmogelijkheden en een aantrekkelijk salaris voor zowel starters als zij-instromers uit het bedrijfsleven kwamen aan bod. Blijven werken aan een positief imago draagt hier zeker aan bij: “Laat docenten ervaren hoe mooi techniekonderwijs is i.s.m. bedrijfsleven: dáár worden leerlingen én docenten blij van! En vertel dit overal in je regio en laat het zien!”
Bekijk de posterIn de werksessie benaderen van nieuwe doelgroepen kwamen een aantal lastig te betrekken doelgroepen aan bod. Eén van de grootste uitdagingen: het betrekken van ouders. Open dagen bij bedrijven of activiteiten in een techniekhal voor ouder en kind werden genoemd als succesvolle activiteiten. Bovendien was de instroom van meer meisjes in de techniek een veelbesproken ambitie in deze werksessie. Technische vakoverstijgende opdrachten kunnen een hulpmiddel zijn om meisjes meer te enthousiasmeren. Een streven naar: “Samen waar het kan, apart waar het moet”. Het betrekken van jonge, hippe ontwerpers kan zorgen voor het aantrekken van nieuwe doelgroepen. De uitdagingen hierbij zijn: het hebben van actieve kartrekkers binnen scholen, de borging en de samenwerkingen met zowel PO als mbo.
Er was een betrokken groep aanwezig in deze werksessie waarin mensen ideeën deelden, elkaar ondersteunden en van elkaar wilden leren. Aanvullend op de bovengenoemde thema’s merkte Wilma Bredewold op dat framing een terugkomend thema is rondom het aantrekken van nieuwe doelgroepen. Het aansluiten op verrassende thema’s in plaats van op specifieke doelgroepen, het samenwerken met voor jongeren aansprekende rolmodellen, en het echt laten beleven van techniek via levensechte opdrachten werden benoemd als succesvolle manieren om meer jongeren te begrijpen. Een aantal waardevolle tips die in de werksessie werden gedeeld: het aanbod vanuit VHTO om gastlessen te geven en de inzichtrijke framinggids van de STOottroepen. Een tip vanuit de werksessie voor het betrekken van meer meiden in de techniek: een oma/moeder-dochter dag!
Bekijk de posterDe ambitie voor dit thema is duidelijk: PRO/VSO en ISK volwaardig betrekken bij STO. Het aanwakkeren van samenwerkingen met de vmbo beroepsgerichte profielen, het creëren van passende leermiddelen en een vangnet voor de overgang pro-mbo niveau 1 werden genoemd als belangrijke stappen voor in de toekomst. Daarnaast werd het belang van ‘’een certificaat met waarde” voor PRO/VSO/ISK meerdere malen genoemd en ook certificaten waar het bedrijfsleven om vraagt, zoals VCA of een (heftruck)rijbewijs. De kansen voor deze ambitie liggen bij het bouwen van veilige omgevingen voor de leerlingen en het gebruiken van de techlabs waar leerlingen van zowel PRO als vmbo samen aan de slag kunnen, want leerlingen van het PRO/VSO/ISK “zijn geen tweederangsburgers, maar nodig!”
Er was een enorme betrokkenheid rondom dit thema bij de deelnemers van de werksessie. Jan Gubbels, leider van deze sessie, merkte op dat eenieder het ermee eens was dat het erkennen en benoemen van PRO en VSO als volwaardig beroepsgericht onderwijs een concrete ambitie is. “Een gemiste kans” volgens velen. Al met al een belangrijk punt om mee te nemen in de plannen voor 2025-2029.
Bekijk de poster (PDF)Het borgen van STO gaat over het borgen van goede samenwerkingen. Daar was iedereen in de werksessie het wel over eens. Structurele bijeenkomsten met de STO-regio’s, evenementen en persoonlijke bezoeken helpen hierbij. Er wordt al hard aan borging gewerkt. Zo werd benoemd dat er op plekken kernteams aanwezig zijn, docenten hybride worden ingezet en contacten in sommige regio’s niet langer persoonsafhankelijk is. De betrokkenheid van de schoolbesturen werd vaak genoemd als een grote uitdaging op het gebied van borging. Het belang van het betrekken van de schoolbesturen en de schoolleiding kwam in veel van de groepen ter sprake om te zorgen voor structurele inbedding. Samenwerking met het PO, het mbo en het bedrijfsleven werden genoemd als mogelijke interventies, maar hierin liggen tegelijkertijd de uitdagingen. Door het docententekort en de wisselingen binnen scholen, is het van belang om doelen en afspraken duidelijk te maken, vast te leggen en gezamenlijk te ondertekenen. Uitdagingen liggen er op het gebied van tijd, facilitering en structurele STO gelden.
Ton Beune leidde één van de twee drukbezochte werksessies rondom dit thema en geeft aan dat de cruciale rol van de schoolleiding en het bestuur een onderwerp van gesprek was in de sessie. Er is behoefte aan vastigheid en zekerheid rondom budgetten, support van de leiding en het beperken van verloop van leerkrachten en projectleiders. In de werksessie van Leen van Duijn lag de focus voornamelijk op de complexiteit van borging door de personeelswisselingen en de onduidelijkheid rondom wat er geborgd kan worden. Het kwadrant werd genoemd als een nuttig hulpmiddel hiervoor.
Bekijk de poster (pdf) Lees meer over het kwadrant in deze handreikingOp het gebied van beeldvorming en LOB wordt er al een hoop georganiseerd in de regio. Zo zijn er snuffelstages, gastlessen van oud-leerlingen en zijn er diverse techhubs of techlabs. Hoewel de bereidheid in het bedrijfsleven om te investeren in de jeugd wordt gezien, gaan de samenwerkingen met het bedrijfsleven niet vanzelf. Daarom zijn kartrekkers nodig om verbindingen met het bedrijfsleven aan te gaan. Een uitdaging die veelal terugkwam rondom LOB-evenementen: het effectief vormgeven en faciliteren van evenementen waarop docenten en mensen uit het bedrijfsleven elkaar aanvullen. Het faciliteren van vervoer naar de evenementen kwam in de werksessie terug als een concrete activiteit. Om het bedrijfsleven in de klas te halen kunnen filmpjes waarin de verschillende rollen in het bedrijfsleven worden uitgelicht een mogelijke activiteit zijn.
Ondersteuner Adri den Braber zag bij de deelnemers van deze werksessie veel enthousiasme om met dit thema aan de slag te gaan, maar merkte ook een aantal uitdagingen op voor de planvorming rondom dit thema: De focus lag veelal op de beeldvorming vanuit zowel het bedrijfsleven en het onderwijs. De organisatie en facilitering van LOB-evenementen kreeg in de werksessie veel aandacht. “Hoe krijg je mensen enthousiast om deze evenementen op te pakken?”. Een belangrijke vraag om mee te nemen in de aankomende plannen. Adri merkte ook een belangrijke behoefte vanuit de regio op: meer tijd en landelijke ondersteuning om te komen tot concrete en SMART geformuleerde interventies, bijvoorbeeld tijdens het BRO (Boven Regionaal Overleg) met aangrenzende regio’s.
Bekijk de posterIn deze werksessie draaide het gesprek veelal om het thema duurzaamheid. De ambitie: leerlingen op een innovatieve en spelende wijze kennis laten maken met duurzaamheid. In de werksessie kwamen al een aantal goede voorbeelden op tafel: een repaircafe, een weggeefwinkel, een windmolen-challenge en verschillende keuzevakken rondom zonnepanelen en warmtepompen. Beeldvorming was een belangrijk thema in deze werksessie. Techniek is overal, en dat maakt een maatschappelijk thema als duurzaamheid weer eens extra duidelijk. Duurzaamheid binnen techniek is dus ook een mogelijkheid om nieuwe doelgroepen te bereiken, bijvoorbeeld via vakoverstijgende opdrachten. Ook werd er veel gesproken over het agenderen van het belang van duurzaamheid bij schoolleiding en schoolbestuur. Een van de terugkomende uitdagingen rondom dit thema was de samenwerking met bedrijven. Bedrijven gaan vaak sneller met innovaties dan het onderwijs bij kan benen. Een terugkomende vraag was dan ook: Hoe krijgen we innovatieve technieken in het onderwijs en hoe koppelen we het aan de lessen?
Leen Prins, ondersteuner van de werksessie, zag veel betrokkenheid in deze grote groep die een mooie afspiegeling was van verschillende geledingen. De focus in de sessie lag op het delen van verschillende voorbeelden uit de praktijk. De vraag die in de werksessie de boventoon voerde: “hoe kunnen we relaties met het bedrijfsleven onderhouden om de ontwikkelingen te blijven volgen?” Daarnaast wijst hij op de nodige ondersteuning voor scholen, zodat zij op een gerichte manier aan deze thema’s kunnen werken.
Bekijk de poster (pdf)