09 september 2024

Vele succesverhalen vanuit de Sterk Techniekonderwijs-regio’s

Vele succesverhalen vanuit de Sterk Techniekonderwijs-regio’s

In de maanden voor de zomer is de ondersteuning op bezoek geweest bij bijna alle STO-regio’s om samen met penvoerders, programmaleiders en docenten, terug te kijken op de afgelopen periode van STO en vooruit te kijken naar de nieuwe periode STO 2025-2028. Het waren openhartige gesprekken, waarbij knelpunten op tafel zijn gekomen, maar vooral duidelijk werd hoeveel succesverhalen er vanuit de regio’s komen. Hierna volgt een korte terugblik/samenvatting van deze gesprekken.

Sterke samenwerkingen

Ten opzichte van vorig jaar zien we dat de samenwerkingen in de regio’s weer verder gegroeid zijn. Er wordt in de regio’s veel op inhoud met elkaar samengewerkt. De onderlinge samenwerking blijkt in de regio’s goed verankerd te zijn. In verschillende regio’s worden de korte lijnen benoemd en goede samenwerkingen op docenten-, directie- en bestuursniveau. Het is mooi om te zien dat, als in een enkel geval de samenwerking op bestuurlijk niveau niet goed vorm krijgt, docenten en andere professionals elkaar wel opzoeken.
Men leert elkaar in de regio steeds beter kennen, wat leidt tot een sterke basis om samen te werken. Niet alleen binnen STO maar ook bijvoorbeeld binnen andere onderwijssectoren en met het isk, vso en pro.
In steeds meer delen van Nederland zien we dat STO-regio’s bovenregionaal met elkaar optrekken. De programmaleiders spelen daar belangrijke rollen in. Er waren vaak al regionale onderwijstafels in veel regio’s aanwezig, maar STO heeft dit versterkt.

De structurele samenwerking tussen de vmbo-scholen onderling hangt sterk af van de manier waarop regio’s de middelen verdelen: heeft iedere school een eigen plan, of worden er vooral in gezamenlijkheid activiteiten uitgevoerd. In het laatste geval wordt er meer samengewerkt dan in het eerste. De betrokkenheid van personen is daarbij een bepalende factor.
In de nieuwe fase van planvorming van regio’s is een positieve beweging te zien naar een meer gezamenlijke uitvoering van activiteiten in de regio’s.

Veel regio’s hebben in de afgelopen periode opnieuw te maken gehad met personele wisselingen binnen directies en docententeams. Dit is niet bevorderlijk voor het borgen van de samenwerkingen. De samenwerking met het mbo verloopt onder andere door personele wisselingen vaak stroef. De eerlijkheid gebied te zeggen dat het mbo nut en noodzaak van samenwerking in het kader van STO ook niet altijd inziet, waardoor het vmbo moeilijk ‘binnenkomt’.

Er wordt in vrijwel alle regio’s steeds actiever samengewerkt met het primair onderwijs, via o.a. techlabs of evenementen, zoals: Techniek Tastbaar, Girls Day, Game On en bijvoorbeeld de PET.
Regio’s zijn zich goed aan het voorbereiden op de samenwerking met de nieuwe subsidieregeling Techkwadraat.

Binnen elke regio is een structurele samenwerking  met het regionale bedrijfsleven duidelijk merkbaar!

Lerarentekort en professionalisering

Het hebben van voldoende goed opgeleide onderwijsprofessionals blijft voor alle regio’s een grote uitdaging. Er zijn goede lokale stappen gezet om gezamenlijk het vraagstuk te doorbreken. Zo zetten veel regio’s zich actief in om zelf nieuwe instructeurs of volledig bevoegde leraren op te leiden. In Meppel/Steenwijkerland gaan de schoolleiders bijvoorbeeld met hun medewerkers in gesprek over interesses naast hun huidige vakgebied om zo huidig personeel te interesseren voor een om-/bijscholingstraject richting de techniek. Meerdere regio’s geven wel aan dat het een uitdaging is om deze nieuwe talenten ook voor het onderwijs vast te houden. Naast de tekorten binnen het onderwijs, horen we ook in veel regio’s dat het bedrijfsleven het lastig vindt om voldoende medewerkers vrij te maken voor deelname aan activiteiten: ook zij hebben een tekort aan personeel. Een aandachtspunt voor de komende periode is de samenwerking met de lerarenopleiding. Door het hele land horen we dat men zoekende is op welke manier men elkaar kan helpen.

Wat merken de leerlingen van STO

Veel regio’s hebben sterk ingezet op een innovatief en up-to-date onderwijsaanbod. Dat is direct terug te zien in de praktijklokalen. Die zijn gemoderniseerd en dat heeft een positief effect  op de leerlingen. In Twente wordt benoemd dat leerlingen het hebben en gebruiken van de nieuwste lasersnijders in de onderbouw de normaalste zaak van de wereld vinden en daar graag gebruik van maken. De blijvende investeringen en vernieuwingen in lokalen en techlabs zijn goed terug te zien.

Op steeds meer plaatsen zien we dat de samenwerking ook betrekking heeft op keuzevakken die door de ene school worden aangeboden en waaraan leerlingen van een andere school deelnemen. Dit maakt dat in de regio een breed pallet van keuzevakken aangeboden kan worden.

Niet alleen tussen  vmbo-scholen, maar ook in samenwerking met het bedrijfsleven of in samenwerking met het mbo worden de keuzevakken aangeboden. Bijv. in de regio Sterk Techniek Nijmegen worden de keuzevakken centraal aangeboden op de donderdagmiddagen. Deze wijze van organiseren van keuzevakken zien we in meer regio’s.
De samenwerking met het bedrijfsleven komt goed terug in de profieldelen, die in bedrijven worden aangeboden. Hierdoor wordt voor de leerlingen zichtbaar  op welke manier aangeboden leerstof in de praktijk wordt toegepast en gaat techniek nog meer leven.

In een aantal wordt over de (technische) profielen heen samengewerkt wordt. In Ter Apel is bijvoorbeeld een foodtruck gebouwd. Leerlingen vanuit verschillende profielen hebben samengewerkt om de truck te realiseren. Zo heeft M&T het chassis in orde gemaakt, BWI de opbouw gemaakt en ook de leerlingen van Z&W hebben een bijdrage geleverd.
Innovatie komt ook terug in de gebouwen zelf. Zo is in Boxtel het Wikilab gebouwd waarin leerlingen van het PO en het Baanderherencollege aan de slag kunnen met techniek en technologie. Uniek hieraan is dat het lab gebouwd is aan de hand van het Wikihouse-systeem en dat leerlingen hieraan meegebouwd hebben.

Ook de TL-scholen zijn goed aangesloten bij STO met als doel om ook in deze leerweg een innovatief onderwijsaanbod te realiseren. Een voorbeeld daarvan is het PGP-netwerk in de regio TisforTech. Daarnaast zijn de PRO- en VSO-scholen in een groot aantal regio’s nauw betrokken en plukken de leerlingen de vruchten van STO.

Regio’s zijn actief bezig met beeldvorming/framing rond technisch vmbo. In de regio Achterhoek is onderzoek gedaan naar beweegredenen van leerlingen om te kiezen voor een technisch profiel. Om leerlingen goed te informeren heeft de regio een beroependatabase gemaakt. Hiermee kunnen leerlingen digitaal een bezoek brengen aan technische bedrijven in de achterhoek. Zo  kunnen ze ontdekken welke technische beroepen er in de regio zijn en welke skills daarvoor nodig zijn.

De volgende fase STO 2025-2028

Alle STO-regio’s zijn druk bezig met de planvorming voor de volgende STO-fase 2025-2028.
Een aantal regio’s breidt de samenwerking uit met tl-scholen die in de afgelopen STO-periode minder betrokken waren.
In zeven STO-regio’s vinden fusies plaats, waardoor er drie (grotere) regio’s overblijven.
Er gaat in de planvorming veel aandacht uit naar het tegengaan van genderstereotypering en duurzaamheid. Ook ouders, bedrijven en de leerlingen worden daar actief bij betrokken door de regio’s. Een mooi voorbeeld van duurzaamheid komt uit Edam. Zo wordt op de SG Triade gewerkt aan een duurzaamheidspark in samenwerking met Installatiewerk Noord-Holland, Stichting Duurzaam Waterland en technisch installatiebureau T. bij ‘t Vuur.

Gezamenlijk werken we vanuit STO ook in de komende jaren verder aan een structureel, duurzaam, dekkend en kwalitatief hoogstaand technisch vmbo!