U vindt op deze pagina beleidsstukken die relevant zijn voor het programma Sterk Techniekonderwijs.
Op woensdag 19 juli 2023 is de wijzigingsregeling van de subsidieregeling Sterk Techniekonderwijs 2020-2023 officieel gepubliceerd in de Staatscourant. Hierdoor wordt het mogelijk om subsidie aan te vragen voor het kalenderjaar 2024. De wijzigingsregeling zorgt ervoor dat opnieuw € 100 miljoen wordt verdeeld over de verschillende STO-regio’s. Er is een format voor de aanvullende subsidieaanvraag 2024 beschikbaar.
Dinsdag 16 mei 2023 heeft Minister Wiersma de lang verwachte STO-brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin ontvouwt hij zijn plannen voor STO.
Bijlagen:
Op 7 juli 2022 verstuurde Dennis Wiersma, de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, een brief naar de penvoerders van de STO-regio’s over de voortzetting van het programma vanaf 2024 en verlaging van het totaal percentage cofinanciering.
Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) heeft op 18 oktober 2021 het 1e monitoringsrapport over het programma Sterk Techniekonderwijs (STO) naar de Tweede Kamer gestuurd. Hij informeert de Kamer over de belangrijkste ontwikkelingen. De bijlage daarbij gaat over monitorgegevens en voortgang in het 1e jaar van het programma Sterk Techniekonderwijs (STO).
Download de KamerbriefDe subsidieregeling Sterk Techniekonderwijs 2020-2023 wordt op enkele punten aangepast. Over deze aanpassingen heeft minister Slob op 20 mei 2021 de penvoerders en STO regio’s per brief geïnformeerd.
Op 10 maart 2020 heeft de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de regeling van 20 februari 2020, nr. VO/ 20538362 ondertekend. In artikel 2 staat een wijziging van de Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020–2023 in verband met de toevoeging van een derde aanvraagtijdvak voor opnieuw gewijzigde aanvragen.
Minister Slob heeft op 17 december 2019 in een Kamerbrief medegedeeld dat nog eens 26 plannen zijn goedgekeurd. In totaal kunnen dus 71 regio’s in januari 2020 van start met hun plannen, dat is ruim 90 procent. De zeven regio’s die nog geen goedkeuring hebben ontvangen worden het komende halfjaar intensief ondersteund zodat zij uiterlijk op 1 juni 2020 een verbeterd plan kunnen indienen.
Download de KamerbriefMet deze wijzigingsregeling worden de Regeling Prestatiebox vo en de Regeling aanvullende bekostiging technisch vmbo 2018-2019 aangepast. De aanpassing van deze twee regelingen voor het voortgezet onderwijs is het gevolg van de bijdrage die het kabinet in 2019 beschikbaar heeft gesteld voor loonontwikkeling en de definitieve leerlingentelling van 1 oktober 2018.
Minister Slob deelt mee dat al meer dan de helft van de ingediende regionale plannen in het kader van Sterk Techniekonderwijs zijn goedgekeurd. 45 regio’s kregen van de onafhankelijke commissie een positief advies.
Op 12 september 2018 zijn de kaders voor de planvorming van Sterk Techniekonderwijs gepubliceerd. In deze regeling voor de transitiefase van de middelen voor het technisch vmbo vindt u informatie over:
In de bijlagen vindt u het beoordelingskader waarin staat aan welke criteria het regioplan moet voldoen en de elementcodetabel van opleidingen waarvoor subsidie aangevraagd kan worden.
Download de regelingIn deze kamerbrief van 5 juni 2018 informeert Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) de Tweede Kamer over de uitwerking van de investering in het techniekonderwijs op het vmbo uit het regeerakkoord. De bedragen voor de aanvullende bekostiging voor vmbo-techniek 2018 zijn in november 2018 definitief vastgesteld.
In deze kamerbrief van 19 april 2019 informeert Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) de Tweede Kamer over de versterking van de kwaliteit van het techniekonderwijs op het vmbo en vso (voorgezet speciaal onderwijs).
In de voortgangsrapportage is de vraag opgenomen: Gaat u gebruikmaken van de verlengingsperiode om de activiteiten te kunnen uitvoeren tot 1 augustus 2024? Welke al geplande activiteiten gaat u (ten laste van de al toegekende STO-subsidie) nog in 2024 uitvoeren? Deze vraag gaat over het budget dat nog niet gebruikt is uit de begroting tot en met december 2023. Budget dat betrekking heeft op al geplande activiteiten die doorgeschoven zijn naar de eerste zeven maanden van 2024. Bovenaan het document staat: In deze voortgangsrapportage koppelt u niet terug over activiteiten die u gaat financieren vanuit de extra subsidie die de regio voor het jaar 2024 kan aanvragen. In de verlengingsaanvraag geeft u aan welke activiteiten u vanuit de begroting van 2024 gaat financieren en uitvoeren. Dat kunnen nog steeds dezelfde programmalijnen, activiteiten en inhoud zijn.
Ja, de transitiefase waarin we nu zitten, wordt verlengd tot eind 2024. In die fase mogen activiteiten en het bijbehorende budget tot en met 31 december 2024 uitgevoerd en uitgegeven worden. Regio’s krijgen voor het jaar 2024 nieuwe subsidie (ter hoogte van een kwart van het totale STO-budget dat ze de afgelopen jaren hebben ontvangen), maar moeten wel een plan en een begroting indienen bij DUS-I. Het format hiervoor volgt zo snel mogelijk.
Bij de start van STO is regio’s geadviseerd een uurtarief van € 50,- per uur te hanteren voor de inhuur van personeel. Inmiddels is de GPL in het vo gestegen tot € 55,-. Dit tarief mag u ook binnen uw STO-regio hanteren. U hoeft hiervan geen melding te doen bij DUS-I. U kunt deze stijging onderbouwen in de voortgangsrapportage van 2023. Het hogere uurtarief leidt niet tot aanpassing van de subsidie.
Vanaf de start van STO mag u een hoger of lager uurtarief hanteren voor de loonkosten, als u dit kunt motiveren.
Elke regio kan een beroep doen op een ondersteuner. Per regio zijn er een aantal dagen (gratis) ondersteuning beschikbaar. Wilt u weten wie er vanuit STO als ondersteuner beschikbaar zijn kijk dan op de site. Wilt u gebruik maken van ondersteuning? Vul dan het formulier op de website in.
PAS OP: er bezoeken mensen scholen die zich ‘consulent STO’ noemen, zij horen niet tot het ondersteuningsteam van STO. Uiteraard mag u van hun diensten gebruik maken, maar u moet dan wel zelf de rekening daarvoor betalen.
Nee. Het geld van Sterk Techniekonderwijs is bedoeld voor activiteiten in po, vmbo en mbo, niet voor activiteiten in havo en vwo.
Nee dat mag niet! Dat klinkt duidelijk maar is iets genuanceerder. Met behulp van STO-middelen mogen geen materialen, gereedschappen en machines worden aangeschaft alleen voor gebruik in havo en vwo. Ook mag er geen lesmateriaal exclusief voor deze groep ontwikkeld worden. Wel mogen havo- en vwo-leerlingen gebruik maken van vmbo-faciliteiten of vmbo-keuzevakken volgen. Het eventueel aanpassen van opdrachten mag weer niet met STO-geld gedaan worden. Maar bijvoorbeeld de drone die voor het vmbo is aangeschaft, mag wel door havo- en vwo-leerlingen gebruikt worden.
Nee, op dit moment is nog niet bekend hoe de 100 miljoen per jaar in de structurele fase verdeeld gaat worden. OCW heeft verschillende partijen, waaronder de landelijke projectleiding STO, om advies gevraagd. De adviezen moeten in maart/april naar OCW gestuurd worden. Rond de zomervakantie wordt er een beslissing genomen en worden de regio’s daarover uiteraard geïnformeerd.
Er gaan op dit moment allerlei verhalen rond over de financiering van de structurele fase. Deze zijn niet gebaseerd op een beslissing van OCW.
Het antwoord op deze vraag is nog niet te geven. Wel wordt er al over nagedacht. OCW heeft verschillende partijen gevraagd haar advies te geven. Partijen als de Federatie Techniek en Vakmanschap, de beoordelingscommissie en de projectleiding van de landelijke ondersteuning.
Vragen als: ‘Moet er een regio-indeling blijven en moet deze indeling blijven zoals hij is?’, ‘Hoe moet de toegezegde 100 miljoen per jaar verdeeld worden?’, ‘Moet er ondersteuning blijven?’, ‘Hoe moet de financiering geregeld worden?’, ‘Moet de cofinanciering gehandhaafd blijven?’, komen bij het denken over de structurele fase aan de orde.
Begin 2022 verwacht OCW een advies van de genoemde partijen. Beloofd is dat er in 2022 een beslissing genomen wordt over de structurele fase en dat deze ook gecommuniceerd wordt naar de regio’s.
In het regeerakkoord van 2017 is afgesproken dat er structureel 100 miljoen per jaar beschikbaar komt voor het stimuleren van techniekonderwijs in de regio. Minister Slob heeft dit bij de kick-off van Sterk Techniekonderwijs nog eens bevestigd: het gaat om structureel geld dat ook beschikbaar blijft na afloopt van de transitiefase, na 2023.
Door steeds maar om bevestiging te vragen of deze belofte echt wordt nagekomen wordt er twijfel gezaaid en kan de politiek op het idee worden gebracht terug te komen op de toezegging.
Het gaat om structureel geld! Dat ook na 2023 voor techniekonderwijs beschikbaar is! Lessen techniek op de basisschool kunnen dus ook in 2024, 2025 en de jaren daarna gegeven worden.
Ja, dat kan. Wel moeten scholen die subsidie ontvangen voor Sterk Techniekonderwijs én de nieuwe leerweg uitkijken dat activiteiten niet dubbel worden gesubsidieerd. Er mag bijvoorbeeld niet 1 machine betaald worden van beide subsidies.
In de voortgangsrapportage is de vraag opgenomen: Gaat u gebruikmaken van de verlengingsperiode om de activiteiten te kunnen uitvoeren tot 1 augustus 2024? Welke al geplande activiteiten gaat u (ten laste van de al toegekende STO-subsidie) nog in 2024 uitvoeren? Deze vraag gaat over het budget dat nog niet gebruikt is uit de begroting tot en met december 2023. Budget dat betrekking heeft op al geplande activiteiten die doorgeschoven zijn naar de eerste zeven maanden van 2024. Bovenaan het document staat: In deze voortgangsrapportage koppelt u niet terug over activiteiten die u gaat financieren vanuit de extra subsidie die de regio voor het jaar 2024 kan aanvragen. In de verlengingsaanvraag geeft u aan welke activiteiten u vanuit de begroting van 2024 gaat financieren en uitvoeren. Dat kunnen nog steeds dezelfde programmalijnen, activiteiten en inhoud zijn.
Ja, de transitiefase waarin we nu zitten, wordt verlengd tot eind 2024. In die fase mogen activiteiten en het bijbehorende budget tot en met 31 december 2024 uitgevoerd en uitgegeven worden. Regio’s krijgen voor het jaar 2024 nieuwe subsidie (ter hoogte van een kwart van het totale STO-budget dat ze de afgelopen jaren hebben ontvangen), maar moeten wel een plan en een begroting indienen bij DUS-I. Het format hiervoor volgt zo snel mogelijk.
Uiterlijk 1 oktober 2023, tegelijkertijd met de voortgangsrapportage, kan het plan voor 2024 worden ingediend. Het betreft een klein plan waarin bestaande activiteiten en afschrijvingen kunnen doorgaan, maar ook nieuwe activiteiten kunnen worden opgenomen. Zodra het format beschikbaar is, wordt dit direct met de STO-regio’s gedeeld.
Bij de start van STO is regio’s geadviseerd een uurtarief van € 50,- per uur te hanteren voor de inhuur van personeel. Inmiddels is de GPL in het vo gestegen tot € 55,-. Dit tarief mag u ook binnen uw STO-regio hanteren. U hoeft hiervan geen melding te doen bij DUS-I. U kunt deze stijging onderbouwen in de voortgangsrapportage van 2023. Het hogere uurtarief leidt niet tot aanpassing van de subsidie.
Vanaf de start van STO mag u een hoger of lager uurtarief hanteren voor de loonkosten, als u dit kunt motiveren.
Het format voor de voortgangsrapportage is nog niet bekend. Over het format is nog overleg tussen OCW, DUS-I en de ondersteuning STO. We hopen u hierover snel nader te informeren.
In de voortgangsrapportage is de vraag opgenomen: Gaat u gebruikmaken van de verlengingsperiode om de activiteiten te kunnen uitvoeren tot 1 augustus 2024? Welke al geplande activiteiten gaat u (ten laste van de al toegekende STO-subsidie) nog in 2024 uitvoeren? Deze vraag gaat over het budget dat nog niet gebruikt is uit de begroting tot en met december 2023. Budget dat betrekking heeft op al geplande activiteiten die doorgeschoven zijn naar de eerste zeven maanden van 2024. Bovenaan het document staat: In deze voortgangsrapportage koppelt u niet terug over activiteiten die u gaat financieren vanuit de extra subsidie die de regio voor het jaar 2024 kan aanvragen. In de verlengingsaanvraag geeft u aan welke activiteiten u vanuit de begroting van 2024 gaat financieren en uitvoeren. Dat kunnen nog steeds dezelfde programmalijnen, activiteiten en inhoud zijn.
Ja, de transitiefase waarin we nu zitten, wordt verlengd tot eind 2024. In die fase mogen activiteiten en het bijbehorende budget tot en met 31 december 2024 uitgevoerd en uitgegeven worden. Regio’s krijgen voor het jaar 2024 nieuwe subsidie (ter hoogte van een kwart van het totale STO-budget dat ze de afgelopen jaren hebben ontvangen), maar moeten wel een plan en een begroting indienen bij DUS-I. Het format hiervoor volgt zo snel mogelijk.
Uiterlijk 1 oktober 2023, tegelijkertijd met de voortgangsrapportage, kan het plan voor 2024 worden ingediend. Het betreft een klein plan waarin bestaande activiteiten en afschrijvingen kunnen doorgaan, maar ook nieuwe activiteiten kunnen worden opgenomen. Zodra het format beschikbaar is, wordt dit direct met de STO-regio’s gedeeld.
Bij de start van STO is regio’s geadviseerd een uurtarief van € 50,- per uur te hanteren voor de inhuur van personeel. Inmiddels is de GPL in het vo gestegen tot € 55,-. Dit tarief mag u ook binnen uw STO-regio hanteren. U hoeft hiervan geen melding te doen bij DUS-I. U kunt deze stijging onderbouwen in de voortgangsrapportage van 2023. Het hogere uurtarief leidt niet tot aanpassing van de subsidie.
Vanaf de start van STO mag u een hoger of lager uurtarief hanteren voor de loonkosten, als u dit kunt motiveren.
Het format voor de voortgangsrapportage is nog niet bekend. Over het format is nog overleg tussen OCW, DUS-I en de ondersteuning STO. We hopen u hierover snel nader te informeren.
De besteding van de techniekgelden 2018 en 2019 is een schoolinterne zaak. De gelden moeten ten goede komen aan techniek, maar mogen ook gebruikt worden om eerder gedane investeringen te betalen c.q. de reserves waaruit deze investeringen zijn gedaan weer aan te vullen. In het jaarverslag moet verantwoord worden waar het geld aan is besteed. De MR moet goedkeuring geven aan dit jaarverslag en kan vragen stellen over de besteding van de techniekgelden.
Via de subsidie ‘korte scholingstrajecten VO’ kan voor PIE-docenten voor maximaal drie modules (van ieder € 6000,-) subsidie aangevraagd worden. Deze maximaal € 18.000,- per docent zit niet in de middelen die vanuit DUO aan de scholen zijn overgemaakt in het kader van Sterk Techniekonderwijs, maar moeten apart aangevraagd worden. Op de website van DUO kunt u meer informatie vinden (inclusief het aanvraagformulier dat tot 2020 ingevuld kan worden). Ook op de site van het Platform PIE, vindt u meer informatie. Verder biedt SPV in het kader van bijscholing vmbo cursussen en trainingen aan op de website van Bijscholing VMBO.
In 2018 en 2019 ontvangen alle scholen met een technisch profiel (PIE, BWI en/of M&T), extra geld om te investeren in het techniekonderwijs. Deze gelden worden, op basis van het aantal leerlingen in de technisch profielen, automatisch overgemaakt door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De scholen hoeven hiervoor niets te doen.
De verantwoording vindt plaats conform artikel 8 van de regeling en geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs onderscheidenlijk de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES met model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
De ontvanger van de bekostiging toont aan de hand van een toelichting in het jaarverslag aan dat de activiteiten waarvoor de aanvullende bekostiging is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de aanvullende bekostiging zijn verbonden, mits daarmee wordt voldaan aan de eisen die aan een activiteitenverslag worden gesteld.