Veertien leerlingen uit de ICT-plusklas van de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen (SSGN) doen in twee teams mee met de First Lego League. Het is de eerste keer dat de school meedoet aan deze landelijke wedstrijd bouwen en programmeren van een Lego-robot. ‘De leerlingen zijn enthousiast en komen met allerlei ideeën voor het oplossen van de opdrachten’, vertelt Joost van Tiel, docent Natuurkunde en ICT. Het thema van de Lego League is dit jaar Re-Play: bedenk een eigentijdse speelplaats. Dat is een extra opdracht naast het bouwen en programmeren van de robot. ‘Er wordt nagedacht over een bijzonder fitnessapparaat’, veel meer wil Joost van Tiel er niet over zeggen. ‘Het idee is nog in ontwikkeling.’
Voor het programmeren van de Lego-robot gebruiken de scholieren software van Lego, waarmee ze op een laptop codes schrijven voor de robot. In dat programma staan de onderdelen van die codes klaar, zodat de leerlingen door met blokjes te slepen een grotere code kunnen schrijven. ‘Dat is vrij eenvoudig en noemen we de sleur-en-pleurmethode’, vertelt Joost van Tiel met een lach. ‘Zo leren ze spelenderwijs hoe zo’n robot nadenkt. Dat bevordert hun ICT-skills.’
De SSGN-teams hebben zes van de veertien sessies van het First Lego League-lesprogramma achter de rug en verdiepen zich steeds verder in het programmeren en het bouwen met Lego. ‘Het is allemaal ontzettend goed uitgedacht en vormgegeven door Lego. Voor ons als docenten is het leuk om samen met de leerlingen na te denken over de opdrachten’, zegt Joost van Tiel. Hij geniet ervan als hij ziet hoe enthousiast de leerlingen van de plusklas op vrijdagmiddag in de weer zijn. ‘Je ziet dat ze elkaar vinden in de interesse voor techniek.’
Hoe het verder gaat met de competitie en de regiofinales van de First Lego League, die in januari gepland zijn, is nog niet duidelijk. De regiofinales zijn normaalgesproken live-evenementen waar alle teams aan deelnemen. Dit jaar is dat veranderd in een online-finale. Door de scholensluiting tot half januari vanwege de coronamaatregelen, is het nog even de vraag hoe het verder gaat.
‘Je kunt een deel van het lesprogramma online doen. Maar het knutselen aan de robot en het uitwerken van de extra opdracht is juist helemaal gericht op samenwerking’, constateert Joost van Tiel. ‘Dat lukt niet als iedereen thuis zit. Met de Lego League gaan we sowieso verder als we weer naar school gaan.’
In de regio Arnhem en Nijmegen doen ruim 300 scholieren mee aan de First Lego League. In Rivierenland gaat het om zo’n 170 scholieren van basisscholen (groep 7 en 8) en de eerste klassen van het voortgezet onderwijs.