De sociale restricties maken het vrijwel onmogelijk om als netwerk fysiek bij elkaar te komen. Toch is juist de netwerkvorming en -samenwerking binnen de Sterk Techniekonderwijs-regio’s (STO) zo belangrijk. Participeren in een netwerk kan voor scholen op veel manieren vruchten afwerpen. En specifiek voor STO geldt dat er al zoveel activiteiten in gang zijn gezet de afgelopen periode. Hoe zorg je er nou voor dat alle mooie ontwikkelingen niet stil komen te liggen?
Projecten als ‘Sterk Techniekonderwijs’ zijn al snel ondergeschikt aan alle lopende vraagstukken die spelen op een school; hoe houd je als mentor of vakdocent je leerlingen actief betrokken? Hoe gaan we om met de examens? Hoe zit het nu met afspraken omtrent de Nieuwe Leerweg voor GL/ TL? En vooral: wanneer mogen we weer open?!
Dit zijn prangende vragen die kunnen remmen op de projectvoortgang binnen het onderwijs. Dat geldt ook voor het project Sterk Techniekonderwijs. Niet alles waar we sinds het begin van het schooljaar zo enthousiast aan gewerkt hebben, kan doorgang vinden op dit moment.
Maar gelukkig hoeven we achter de schermen niet helemaal stil te vallen! Zo hebben we vanochtend met de projectcoördinatoren van iedere STO-school uit onze regio Noordelijke Drechtsteden een videoconferentie gehouden. We hebben uitgewisseld hoe gaat het op ieders school, en hebben ons specifiek gebogen over hoe de werkgroepen ervoor staan. Je merkt gelijk dat je met de vorming van een regionaal netwerk veel meer ‘vruchten kan plukken’ dan alleen goede projectresultaten bereiken. Samen delen we de knelpunten en good practices voor het leren op afstand, en regionaal stemmen we af hoe we omgaan met bijvoorbeeld examens. Wat is het dan toch prettig dat je elkaar weet te vinden in een netwerk!
Zodra de kinderen weer naar school kunnen, gaan we volop verder met de uitvoering van onze plannen om het techniekonderwijs in onze regio te versterken. En gelukkig kunnen we, door onze Agile projectvorm, een aantal activiteiten gewoon door laten gaan. Ook als we niet fysiek kunnen samenkomen. We werken binnen onze regio namelijk kort-cyclisch aan verschillende opdrachten. Dit houdt in dat elke werkgroep voor een periode van een aantal weken telkens een opdracht krijgt. De opbrengsten hiervan delen we met elkaar, waarna de werkgroep weer verder kan met een nieuwe opdracht. Deze projectvorm biedt ons nu gelukkig de flexibiliteit om de opdrachten die in de pijplijn zaten iets te hervormen, zodat docenten zelfstandig toch verder kunnen met het vormgeven van het STO-programma. We houden contact via het videobellen en voegen zover mogelijk alle resultaten bij elkaar.
Onze interne projectleider Albert de Zwart verwoordde mooi in zijn afsluiting van ons video-overleg:
“Juist ook in tijden van crisis, gaan wij samen voor onze leerlingen!”