Sterk Techniekonderwijs is een landelijk project, gesubsidieerd door de overheid, om het tekort aan technische vakmensen aan te pakken. In de regio Leiden, Duin- en Bollenstreek heeft dat geleid tot een samenwerking tussen tien vmbo-scholen en twee mbo-scholen. De regio heeft te maken met een krimp in de leerlingenaantallen, die voorlopig nog zal aanhouden. Nu het STO-project bijna drie jaar loopt, is het effect al wel te zien: meer leerlingen kiezen voor een techniekprofiel en er is ook een stijging te zien in het aantal leerlingen dat na het vmbo voor een technische mbo-opleiding kiest. De kracht van het project is, volgens projectleider Marten Jan van Olphen van STO LDB, dat “de leerling voorop staat in de onderlinge samenwerking”.
Kees Vreugdenhil, voorzitter College van Bestuur van Stichting Fioretti Teylingen, beaamde de uitspraak van Van Olphen bij het ondertekenen van een borgingsovereenkomst voor doorlopende leerroutes vmbo-mbo niveau 2: “Ook deze leerroutes zijn in het belang van de leerling”. De overeenkomst, die ook door Otto Jelsma, voorzitter College van Bestuur van mboRijnland, werd getekend, bezegelde de opbrengst van de samenwerking tussen beide onderwijsinstanties. Aan de overeenkomst ligt een document ten grondslag, dat als blauwdruk dient voor huidige en toekomstige doorlopende leerroutes. Met deze leerroutes kunnen studenten na hun vmbo-examen een mbo niveau 2-opleiding volgen in de vertrouwde omgeving van hun middelbare school, waardoor er minder uitval is. Otto Jelsma: “Het is indrukwekkend om te horen en te ervaren wat er allemaal is neergezet door STO LDB. Dit kan alleen als je vanuit het belang van de student denkt en de schotten tussen de verschillende scholen en tussen de scholen en de bedrijven wegtrekt.”
Het ondertekenen van de overeenkomst vond plaats tijdens een ontbijtbijeenkomst, waar veel technische bedrijven op af waren gekomen. Zij kampen met personeelstekorten en maakten dankbaar gebruik van de gelegenheid om van gedachten te wisselen met het onderwijs en de overheid om deze tekorten gezamenlijk aan te pakken. De bijeenkomst eindigde dan ook met een interactief ‘regiocafé’, waarbij de 3 o’s gingen brainstormen over wat ze van elkaar nodig hebben en wat ze kunnen bijdragen. André Hahn van Installatiebureau Eval uit Rijnsburg: “Als je kijkt hoe de bedrijven in het proces rondom de leerling worden betrokken, blijft dat nog echt achter. Daar zit een belangrijke volgende verbetermogelijkheid.” Zo stelde hij voor om vraag en aanbod van stageplekken beter op elkaar af te stemmen, zodat bedrijven aan iedere leerling in zijn of haar eigen woonplaats een stageplek kunnen bieden. Om de kwaliteit van de stages te verbeteren zouden leerdoelen beter bekend moeten zijn bij de bedrijven, zodat stagiaires met een hogere leeropbrengst weer op school komen.
In de middag vond de STO-bijeenkomst plaats voor de lancering van het plastic recycleproject ‘Vogels eten geen plastic’, waarmee basisscholieren leren over afvalscheiding, duurzaamheid en de natuur. Dit werd omlijst door een presentatie van ‘plastic soup surfer’ Merijn Tinga uit Leiden. Hij onderneemt ludieke acties om aandacht te vragen voor de problemen die worden veroorzaakt door zwerfafval en heeft hiermee onder andere bereikt, dat ook op kleine plastic flesjes en op blikjes statiegeld werd ingevoerd. Plastic afval komt voort uit alledaagse gebruiksvoorwerpen en is daarom volgens Tinga heel geschikt om consumenten zelf na te laten denken over wat zij kunnen doen in de strijd tegen zwerfafval. Hij deed daarbij een oproep aan gemeenten om “iedereen bij elkaar te trekken”.
Het recycleproject voor de basisscholen houdt in, dat zij bepaalde soorten plastic inzamelen, waar in ‘plastic recyclestraten’ op een aantal STO-scholen in de regio – waaronder de KTS – platen worden gemaakt die worden gebruikt voor het bouwen van vogelvoederhuisjes. De huisjes komen op de basisscholen te hangen en kunnen zo weer andere educatieve doelen dienen.
Ook werd tijdens deze bijeenkomst een reserveringsmodule voor de website van STO LDB geïntroduceerd, waarmee basisscholen eenvoudig één van de 31 verschillende workshops kunnen reserveren voor hun leerlingen uit groep 7 of 8 in één van de vijf smart technology hotspots die de regio rijk is. Want, zo zei directeur van de KTS Dennis Engelhart: “Het opleiden van de technici van de toekomst begint in de hotspots.”