Arşâ: “Bij de studie toegepaste psychologie denken veel mensen dat je als psycholoog bij een GGZ-instelling aan de slag gaat. Maar er is veel meer mogelijk met deze studie. Ik doe de specialisatie Gedrag & Technologie. Daarmee gebruik je je psychologische kennis niet in een therapeutische setting, maar gebruik je deze in relatie tot technologie. Hierbij focus je op hoe mensen technologie ervaren en gebruiken. Als psycholoog met deze specialisatie kun je meehelpen bij het ontwerpen van gebruiksvriendelijke technologie en daar onderzoek naar doen.”
Wel geeft Arşâ aan dat het lastig is om bedrijven te vinden die de meerwaarde inzien van de combinatie van toegepaste psychologie en technologie: “In andere landen is dat al meer ontwikkeld, daar zijn studies waarin ict en psychologie worden gecombineerd. Dus voor mijn stage was het een uitdaging een plek te vinden. Ik wilde die graag in Enschede doen omdat ik hier woon. Via een nieuwsartikel van STO Twente kwam ik op het spoor van het Technolab. Vervolgens stuurde ik een open sollicitatie en kreeg ik een stageplek! Bij mijn opleiding waren ze direct geïnteresseerd in mijn stage op deze toch wel uitzonderlijke plek. Ik praat mijn docent regelmatig bij en die stelt mij veel vragen. Immers, voor mijn opleiders is dit een hele interessante plek vanuit de specialisatie Gedrag & Technologie. De essentie van het Technolab is namelijk ook vanuit onderzoekoogpunt heel interessant: hoe helpt het Technolab om leerlingen enthousiast te maken voor technologie?”
Bij dit enthousiasmeren én geïnteresseerd houden voor technologie komt een stukje psychologie kijken, geeft Arşâ aan: “Cruciaal bijvoorbeeld is dat leerlingen die in het Technolab allerlei technologieën gaan gebruiken, ervaren dat dit soepel verloopt. Dus niet dat de leerlingen al direct tegen hindernissen oplopen. Bijvoorbeeld dat niet direct duidelijk is waarvoor bepaalde technologie dient en hoe je er snel mee aan de slag kunt. Vanuit mijn opleiding kan ik daar best nog wel aan bijdragen. Kortom, ik kan niet alleen gebruiksvriendelijke technologie helpen ontwerpen, maar ook technologie die er al staat op een gebruiksvriendelijke manier overbrengen aan leerlingen. Zodat ze er echt mee kunnen werken en niet al direct bij het begin afhaken door een te hoge drempel.”
Arşâ: “Neem leskaarten, die zijn heel belangrijk. Goede leskaarten helpen leerlingen direct op weg, in plaats van hen een handleiding van honderden pagina’s in moeilijke taal te overhandigen. In het Technolab hebben we al leskaarten, maar ik ben gevraagd deze te verbeteren. Bijvoorbeeld door deze visueel aantrekkelijker te maken. Tegelijkertijd is het voor mij vanuit mijn studie heel interessant om te zien of mijn aanpassingen op de leskaarten ook inderdaad als een verbetering door de leerlingen worden ervaren. Onlangs hadden we een klas waarbij de kinderen met Lego Spikes aan de slag gingen. In het begin keken zij nog vragend, maar toen ze de aangepaste leskaarten gingen gebruiken, kwamen er ook direct veel minder vragen. Ook zagen we dat ze lesdoelen hadden bereikt, zowel op het vlak van programmeren alsook het daadwerkelijk in elkaar zetten van de Lego.” Als het aan Arşâ ligt gaat zij graag verder in deze richting na de afronding van haar studie.