In samenwerking met betrokken partijen, zoals vakbonden en overheden, moet het Aanvalsplan in de komende tien jaar flinke extra investeringen losmaken met de structurele invulling van zo’n 60.000 vacatures. Het ‘Aanvalsplan Techniek’ komt met tal van onconventionele maatregelen in de vorm van speerpunten. Margriet: “We willen de arbeidsmarkt voor technici compleet anders inrichten met een nieuw systeem: de Gouden Poort. Dit moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een switch naar een (andere) technische sector overwegen. Niet per sector, maar techniek brééd. Dat maakt dit plan uniek. Het maakt ons niet uit in welke sector zij terechtkomen, als het maar in de techniek is.”
De starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen krijgen een tienjarige ontwikkel- en baangarantie. Margriet: “Met deze deelnemers gaan we veel meer intersectoraal werken, vanuit de branches die het aanvalsplan samen hebben opgesteld. Aandacht voor maatwerk en vaardigheden staat hierin voorop. Gedurende je hele loopbaan kun je hier terecht. De ambitie van de samenwerkende branches is om meer statushouders aan de slag te helpen en meer talent van buiten (tijdelijk) aan te trekken. Een gerichte vakkrachtenregeling moet hierbij helpen. Met het aantrekken van dit talent kunnen naar schatting structureel zo’n 10.000 vacatures per jaar worden ingevuld.”
Margriet: “Er zal meer ingezet worden op hybride leeromgevingen waar jongeren, maar ook werkenden en zij-instromers kunnen experimenteren met nieuwe technologie en waarin de maatschappelijke uitdagingen centraal zullen staan. In deze centra werken onderwijs en bedrijfsleven nauw samen om studenten en werkenden een kansrijke route te bieden. Dit wordt dus nauw verbonden aan de Gouden Poort. Uitgangspunt is dat er in iedere regio een aantrekkelijke plek aanwezig is met hybride beroepsonderwijs. Zo ontstaan gespecialiseerde centra waar opleidingen geconcentreerd worden met state-of-the-art onderwijsfaciliteiten vanuit het bedrijfsleven. Gezamenlijke inzet op techniek en technologie in het funderend onderwijs is daarbij van groot belang. Dat zien we al gebeuren, ook binnen STO Twente en andere initiatieven, maar dit willen we nog meer versterken en verbeteren.” Het aanvalsplan legt ook nadruk op een goede samenwerking en verbinding met het (vmbo-)onderwijs. Margriet: “We willen vooral iets gaan doen aan de mismatch die er vaak is tussen vraag en aanbod. We willen nog meer aandacht voor meer (hybride) techniekdocenten om de bestaande tekorten aan techniekdocenten te verminderen.
Het aanvalsplan heeft een aantal herkenbare linken met de doelen en activiteiten van STO Twente. Margriet: “STO Twente is een belangrijke partner om in hun regio aan te haken bij de doelen van het Aanvalsplan Techniek en de genoemde doelen samen te realiseren. We zullen met elkaar dus nóg meer moeten samenwerken om vooral de in- en doorstroom te helpen vergroten. We zien gelukkig nu al dat de activiteiten vanuit STO Twente richting het techniekonderwijs op het vmbo echt goed gaan lopen, de Twentse inzet begint zijn vruchten af te werpen. En dat is ook hard nodig voor de instroom in het technisch vmbo, mbo en uiteindelijk in het technisch bedrijfsleven.”
Wat enorm helpt, benadrukt Margriet, is de nadruk die steeds meer komt te liggen op skills in technische bedrijven. Margriet: “We zullen toch veel meer naar de op vaardigheden gerichte arbeidsmarkt moeten bewegen. In het vmbo en ook het mbo ligt de focus steeds meer op het opleiden op vaardigheden. Het technisch vmbo is een hele mooie en geschikte voorloper om die vaardigheden aan te boren en te ontwikkelen bij hun leerlingen. Maar, en dit benadruk ik, er ligt ook een uitdaging voor het aantrekkelijk maken en houden van de technieksector om in te werken én te blijven werken. Daar ligt echt wel een opgave. Techniekpromotie is en blijft cruciaal en ik zie ook STO Twente hierin stappen zetten.”
Het aanvalsplan is gepresenteerd aan diverse ministeries en inmiddels geaccepteerd. Margriet: “Het wordt waarschijnlijk ook gekoppeld aan het Groene Banenplan. We zijn nu de uitvoering aan het inrichten en de eerste kwartiermaker is al aan de slag. Zomer 2023 moet het grotendeels staan.”