Door Maartje Stapper
De leerlingen in het tweede leerjaar van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg op CSG Liudger, locaties Waskemeer en Burgum, stonden in november voor de keuze: welk profiel kies ik voor de laatste twee schooljaren? De leerlingen die BWI (Bouw, Wonen en Interieur) kozen kregen in het kader hiervan voorlichting van Klaas Haasjes en Lianne Quax van bouwbedrijf Van Wijnen, een groot bedrijf met vestigingen in het hele land.
Haasjes, account-manager learning and development, bij Van Wijnen Noord/Oost is al van jongs af aan verbonden geweest aan de bouw. Hij begon tijdens zijn opleiding met metselen, had toen al innovatieve ideeën die zijn docent verraste, werd timmerman-metselaar en werkte daarna als assistent-calculator, bij een bouwbedrijf in Zwolle, werd daar uitvoerder, klom op naar hoofduitvoerder/projectleider/hoofd technische dienst en werd er later adjunct-directeur en directeur-eigenaar. Inmiddels is hij al enige tijd werkzaam bij Van Wijnen, waar hij op een gegeven moment het grote belang van de verbinding tussen bouw en onderwijs opmerkte. Haasjes vertelt dat hij het belangrijk vindt dat leerlingen, in de toekomst misschien wel werkzaam in de bouw, weten wat er in de praktijk op dat gebied speelt en wat leerlingen van werken in de bouw kunnen verwachten. Daarnaast probeert hij hen natuurlijk ook te enthousiasmeren om te kiezen voor een opleiding in die richting. Om te laten zien dat de bouwsector niet alleen een mannenwereld is, verzorgt Haasjes de presentatie niet alleen, maar doet hij dat samen met collega Lianne Quax, junior ontwikkelaar circulariteit. Zij vertelde de leerlingen onder andere dat zij al jong blij werd van écht dingen maken: Duplo, Lego, hutten, kasten en woningen. In de bouwsector voelt zij zich prima thuis. Quax is altijd nieuwsgierig en wil elk stapje van het bouwproces snappen. Dat betekende dat ze op het mbo met timmeren begon, waarna ze in de avonduren haar aannemerspapieren haalde. Na verschillende functies als onder andere calculator en werkvoorbereider heeft zij zich nu vastgebeten in een toevoegde stap aan het bouwproces: circulariteit. Door middel van het verhaal van Quax werd zichtbaar dat de bouw in beweging is.
De presentatie die de leerlingen te zien kregen had de naam ‘The future is now’, waarmee aangegeven werd dat er in de bouw van nu van moderne, circulaire technieken gebruik gemaakt wordt, die zorgen voor een duurzamer bouwproces en duurzamere woningen. Zo werd als voorbeeld gegeven dat er veel liever gebruik gemaakt wordt van bio-based materialen of nog milieuvriendelijker alternatieven dan van materialen die niet opnieuw te gebruiken zijn. Ook wordt er veel met digitale modellen gewerkt: van papieren tekeningen in 2D is er overgestapt op digitaal 3D en BIM, wat staat voor building information model, oftewel een digitaal model van een bestaande en/of geplande constructie, opgebouwd uit objecten waaraan informatie gekoppeld is. Heel verschillende aspecten van werken in de bouw werden op deze manier voor het voetlicht gebracht. Ook gingen de leerlingen zelf aan de slag: ze kregen de opdracht om in kleine groepjes een van de thema’s duurzaamheid, fabriekswoningen, virtueel bouwen en je woning online bestellen te bespreken en daarbij na te denken over de vraag wat de invloed is van het thema is op het toekomstige beroep dat de leerlingen willen gaan uitoefenen. Ook over de vraag of die invloed positief of negatief is moest worden nagedacht. Elk groepje presenteerde kort de uitkomsten. Naast Haasjes en Quax komt er op CSG Liudger deze maand ook een binnenhuisarchitect en een installateur langs om over hun werk te vertellen.
Behalve met leerlingen van CSG Liudger in Drachten heeft Haasjes de afgelopen tijd ook veelvuldig contact gehad met drie VWO6-leerlingen van het Stellingwerf College, die voor hun meesterproef bij het vak O&O een herbestemming gerealiseerd hebben in een leegstaand pand. Hij heeft hierbij de nodige begeleiding geboden. Deze leerlingen hebben de opdracht met het cijfer 9,1 afgesloten.
Haasjes voorziet in de nabije toekomst nog meer gastlessen te kunnen geven en andere activiteiten te organiseren in het onderwijs om zo leerlingen in samenspraak met de docenten en met de juiste afstemming en middelen hen te enthousiasmeren om de richting bouw te kiezen. ‘Ze zijn hard nodig, we kunnen ze goed gebruiken,’ sluit Haasjes af.