De ambities zijn groot en belangrijk: wanneer in 2023 de projectdoelstellingen zijn gerealiseerd, wordt de projectsubsidie omgezet in een structurele bijdrage aan de reguliere bekostiging. Dit betekent een jaarlijkse injectie van ruim twee miljoen euro. Voorwaarde hiervoor is dat het Zeeuwse bedrijfsleven garant staat voor 10% co-financiering van de projectsubsidie.
In deze nieuwsbrief bieden wij de lezers een overzicht van de ontwikkelingen en voortgang na het eerste ‘STO-jaar’. Een jaar waarin uiteraard ook de corona-perikelen hun sporen hebben nagelaten. Maar waarin de projectleden er ondanks dat toch in geslaagd zijn om het STOZ-project verder uit te werken en ontwikkelen.
Het projectplan Sterk Techniekonderwijs Zeeland bestaat uit vier deelprojecten. Als eerste zijn dit de drie regionale projectplannen voor respectievelijk Zeeuws-Vlaanderen, de Oosterschelde-regio en Walcheren. In deze regioplannen werken de regionale vo-scholen samen met Scalda en lokale bedrijven aan de doelstellingen. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan de vierde, gezamenlijke, doelstellingen: de Zeeuwse Ambities.
De werkgroepen behandelen de volgende onderwerpen:
Hiertoe wordt het huidige programma van algemene techniek (onderbouw) doorontwikkeld en geïntegreerd in een totaalprogramma dat doorloopt tot en met het examenjaar. Dit programma wordt gerealiseerd in een uitdagende, goed geoutilleerde en moderne omgeving: het ‘technieklokaal van de toekomst’. Hier is ruimte voor het aanleren van basistechnieken, vakmanschap, moderne technieken, integrale opdrachten en verbinding met het po.
Het bedrijfsleven dringt er hierbij op aan om meer specialistische (MKB-)bedrijven te betrekken, samen met de vertegenwoordigers uit de industrie in de Kanaalzone.
“Een aansprekende omgeving waar meisjes zich uitgedaagd voelen. Waar meisjes zich uitgenodigd voelen om hun interesses te ontdekken of te volgen.” Dit is de basis om meer meisjes in de techniek te krijgen. Welke omgeving hebben zij nodig, waar zijn meisjes in geïnteresseerd, welke nieuwe smart technology is aantrekkelijk voor deze doelgroep?
Zowel op het mbo als in het bedrijfsleven wordt gesignaleerd dat meisjes na enthousiast begonnen te zijn in een technische opleiding of een technische functie, vaak afstromen naar een andere opleiding of een andere functie binnen het bedrijf. Via de genderscan van VHTO, expertisecentrum voor meisjes/vrouwen in de techniek, heeft het mbo een duidelijke nul-meeting en aanbevelingen ontvangen.
Ook in het bedrijfsleven is een onderzoek gestart om de afstroom in kaart te brengen. Het vo is daarnaast in overleg met VHTO om te onderzoeken in welke omgeving de meisjes in het middelbaar onderwijs het beste tot hun recht komen. Een doorlopende leerlijn in een voor meisjes aantrekkelijke leeromgeving en waarbij zij kennis maken met techniek, is hierbij het streven.
Een groot aantal suggesties welke het techniekonderwijs in Zeeuws-Vlaanderen kunnen versterken:
Het bedrijfsleven adviseert om concrete pilot-projecten te ontwikkelen die leiden tot een daadwerkelijke innovatie van het bedrijfsleven.
Het project STOZ/Zeeuws Vlaanderen werkt nauw samen met het bedrijfsleven. Namens deze enthousiaste groep hebben Corina Stoffels, Herbie Krocké en Mark de Kok plaats genomen in de stuurgroep. Zij hebben duidelijke verwachtingen voor de toekomst: “Vakmensen en hoogwaardige professionals zijn de ruggengraat van de samenleving en de motor van de economie. Onze verwachting is dat we vanuit het bedrijfsleven een bijdrage aan het onderwijs kunnen leveren zodat leerlingen een juiste keuze kunnen maken. Met dit project willen we bereiken dat het beroepsonderwijs de gelijkwaardige waardering krijgt die het verdient.”
Om in de toekomst het techniekonderwijs beter te laten aansluiten bij het bedrijfsleven, is het van belang dat scholen en het bedrijfsleven in de Oosterschelderegio nog intensiever met elkaar gaan samenwerken. Om dit te kunnen realiseren zijn de vo-scholen betrokken bij een onderdeel van het STO-project in Zeeland en dan specifiek voor de Oosterschelderegio: STOZ-OSR.
De ambities voor dit project richten zich op drie thema’s:
Voor dit thema worden verschillende investeringen gedaan op gebied van personeel, professionalisering, innovatie, inrichting en materialen om de basiskwaliteit duurzaam aan te kunnen blijven bieden en te kunnen uitbreiden. De keuzevakken worden geoptimaliseerd en/of uitgebreid in samenwerking met het bedrijfsleven en het mbo.
Voor deze activiteit is een werkgroep samengesteld van teamleiders van de bij deze activiteit betrokken scholen/locaties:
De vertegenwoordigers van de scholen overleggen met elkaar op regelmatige basis. Ook worden onderlinge afspraken gemaakt, kennis en ervaringen uitgewisseld en gaat men bij elkaar op bezoek.
Er zijn drie hoofdthema’s:
In onze regio kiest 20% van de b/k/g-leerlingen in klas 3 voor een technisch profiel. Dit zijn 340 leerlingen. Ruim 1200 leerlingen volgen een niet-technisch profiel (D&P, Z&W, E&O, HBR, Groen). Zij komen slechts beperkt in aanraking met de technische profielen en de bijbehorende kennis en vaardigheden. Naar verwachting liggen hier grote kansen voor versterking van het techniekonderwijs. Een werkgroep is de afgelopen periode in samenwerking met het bedrijfsleven al gestart met het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op een krachtige loopbaangerichte leeromgeving in de onderbouw b/k/g en in de tl-bovenbouw.
Deze activiteit kent een tweetal hoofdactiviteiten:
1. Versterken van LOB (loopbaanoriëntatie) in de onder- en bovenbouw binnen de nieuwe leerweg.
Het plan van de minister is om in 2024 in het vmbo met de nieuwe leerweg te starten.
Deze leerweg komt in de plaats van de gemengde- en theoretische leerweg. In de nieuwe leerweg komt een beroepsgericht vak. Dit kan één of meerdere van de huidige profielvakken zijn, aangevuld met de beroepsgerichte vakken: technologie en toepassing en informatietechnologie.
De volgende scholenlocaties participeren in deze werkgroep:
De locaties van Pontes Goese Lyceum zijn pilotschool voor het landelijk project wat aan de invoering van de nieuwe leerweg voorafgaat. De doelstelling is om vanuit de pilots ook een passend aanbod vanuit de andere scholen te realiseren, dit in verbinding met de regio Walcheren en Scalda;
2. Versterken in de onderbouw- en bovenbouw van techniek binnen LOB binnen de niet-technische profielen (cross-overs).
De scholen binnen de Oosterschelderegio bieden een breed scala van niet-technische profielen aan. Binnen deze profielen zijn er mogelijkheden om technische aspecten en onderwerpen in te passen die leerlingen kennis laten maken met de Zeeuwse technische sectoren.
Drie voorbeelden:
Denk hierbij aan profiel Groen, waar onder andere het onderdeel Het Groene Machine Park zeer technisch georiënteerd is. Deze leerlingen kiezen ook vaak voor het keuzevak booglassen uit PIE. Deze keuze is zeer voor de hand liggend en kan zeker verder uitgebreid worden met de keuzevakken drone 1 en drone 2 uit PIE.
Een ander profiel, welke minder voor de hand liggend is, is Zorg en Welzijn. In de toekomst worden in toenemende mate levensloopbestendige woningen gebouwd. Deze woningen worden uitgerust met diverse vormen van domotica. Ook de verzorgenden van de toekomst zullen hier mee om moeten leren gaan.
Een andere voorbeeld is de opmars van zorgrobots, waarvan de verzorgenden van de toekomst kennis moeten hebben. Deze onderwerpen sluiten naadloos aan bij het keuzevak robotica uit het niet-technische profiel Dienstverlening en Producten.
De volgende scholen participeren in deze werkgroep:
Sinds 2020 kunnen scholen een doorlopende leerroute vmbo-mbo aanbieden, met een gezamenlijk onderwijsprogramma vanaf de bovenbouw van het vmbo tot en met het mbo-diploma. Doel hiervan is een soepele overgang van het vmbo naar het mbo te creëren en barrières weg te nemen, zodat een mogelijke route verdiept, verrijkt of versneld kan worden. Oosterschelderegio is op dit moment aan het verkennen welke mogelijkheden dit de leerlingen biedt.
In overleg met de participerende scholen wordt gekeken op welke wijze doorlopende leerlijnen tussen vmbo en mbo te realiseren zijn. Dit kan bij wijze van spreken binnen één of meerdere bovenliggende thema’s.
Een voorbeeld: drones worden in toenemende mate breed ingezet. In de bouw, de techniek en de groene sector. Met dit als voorbeeld wordt gekeken hoe gekomen kan worden tot een doorlopende leerlijn vmbo-mbo. De vertegenwoordigers van de verschillende scholen zijn hierover met elkaar in overleg.
De volgende scholen participeren in deze werkgroep:
Naast de vooraf omschreven activiteiten is er binnen de Oosterschelderegio ook een innovatiepot gemaakt. De deelnemende scholen stoppen jaarlijks een afgesproken bedrag in deze pot. De scholen kunnen plannen maken die niet binnen de geplande activiteiten passen en deze ter beoordeling bij de TCG indienen.
Vanzelfsprekend zijn er criteria waar deze plannen aan moeten voldoen zoals:
Doelstelling 2020/2021: vmbo en mbo ontwikkelen in het Technum een nieuw onderwijsprogramma-concept voor alle vmbo-leerlingen voor de komende vier jaar, met toepassing van innovatieve technieken en met meer integratie van theorie en praktijk.
Op basis van het opleidingsconcept (november 2019) zijn in het voorjaar 2020 keuzes gemaakt voor de ontwikkeling van het onderwijsprogramma in het Technum voor de komende vier jaar. Van deze gesprekken werd na de zomervakantie het activiteitenplan Praktijkonderwijs in Technum 2.0 gepresenteerd.
Afgelopen maanden hebben docenten en teamleiders van het Walcherse vmbo en mbo actielijnen uitgewerkt. Het gaat om de uitbreiding van de keuzevakken vo, waarin een verkenning van keuzevakken plaatsvindt. In de verkenning is ook meegenomen wat de rol van het bedrijfsleven is, waaronder IW Nederland. Ook is nagedacht over de agrosector, mosselsorteermachines en een gastles en bedrijfsbezoek.
De tweede actielijn 4 is een verkenning naar mogelijkheden voor het organiseren van VCA voor vmbo-leerlingen. Er is nagedacht over het lesmateriaal en de positionering van VCA binnen het curriculum. Volgend jaar wordt door STOZ-Walcheren gestart met een tweejarige pilot VCA in het vo. Komende tijd worden bovengenoemde actielijnen verder uitgewerkt. Ook zal actielijn 5 (meeloopmomenten en innovatiemiddagen vo en mbo) en actielijn 6 (assisteren bij praktijklessen met docenten) verder worden uitgewerkt.
Doelstelling 2020/2021: het ontwikkelen van een leerlijn techniek voor onderbouw en bovenbouw ten behoeve van de nieuwe leerweg gl/tl met de mogelijkheid van meer praktijkervaringen voor de leerlingen.
Pontes Goese Lyceum en vo Zeeuws-Vlaanderen nemen deel aan een landelijke pilot ten behoeve van de ontwikkeling van een nieuwe leerweg vmbo. De ontwikkelingen van deze pilot wordt op de voet gevolgd. Er is een stappenplan ontwikkeld voor een traject tot 2023. Deze pilot heeft tot doel om meer techniek te integreren in het programma van gl/tl-profielen. Komende tijd tot aan de zomervakantie gaat de projectgroep een gezamenlijke visie op praktijkgerichte LOB-techniek oriëntatie ontwikkelen. In het traject wordt uiteraard ook de rol van het bedrijfsleven meegenomen.
Doelstelling 2020/2021: alle leerlingen techniek bovenbouw volgen het techniekprogramma op Technum 2.0.
Na de zomervakantie zijn de drie Walcherse vmbo-scholen gestart met hun praktijkonderwijs in het Technum. De eerste ervaringen van docenten en leerlingen zijn positief. Voor CSW zijn dit de eerste ervaringen in het Technum. De samenwerking tussen de scholen en de docenten verloopt positief. Het schooljaar 2020-2021 wordt gebruikt om aan elkaar te wennen. Beide vo-scholen werken met hun eigen PIE-programma. Daarbij stemmen ze af wat ze gezamenlijk gaan uitvoeren. Ook wordt in dit jaar gekeken op welke wijze zij hun kwaliteiten kunnen benutten. Er ontstaat een natuurlijke samenwerking tussen vo- en mbo-docenten. Ook ontstaat er een samenwerking tussen mbo-studenten en vmbo-leerlingen. Zo vragen mbo-studenten medewerking van vmbo-leerlingen om de leidinggevende kerntaken uit hun opleidingsprogramma te kunnen uitvoeren.
Voor het volgend schooljaar is het streven om te komen tot één gezamenlijk PIE-programma.
Doelstelling 2020/2021: opscholen van eigen docenten tot PIE bevoegd docent.
Vmbo-docenten en -instructeurs hebben na de zomervakantie scholing gekregen van mbo-docenten en -instructeurs in het werken met draai- en freesmachines in Technum. Momenteel volgt een docent een bevoegdheidsprogramma PIE. Binnenkort start een instructeur met een opleiding voor het pedagogisch didactische getuigschrift.
Deze activiteit wordt door de bestuurders van de betrokken onderwijsinstellingen en vo-organisaties uitgewerkt. De intentieverklaring en samenwerkingsovereenkomst zijn inmiddels afgesloten. Ook zijn er afspraken gemaakt over de financiële invulling, materiële participatie en de governance van het Technum.
De komende tijd zal de aandacht uitgaan naar het uitwerken van een businesscase waarin drie ontwikkellijnen worden opgenomen.
Gedurende de laatste maanden van 2020 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de stand van zaken met betrekking tot het techniekonderwijs op de Zeeuwse basisscholen. Van de circa 200 scholen hebben 117 scholen hieraan deelgenomen (zie voor de resultaten: Eindrapport-WT-in-het-Zeeuwse-basisonderwijs). In het voorjaar van 2020 heeft een verkenning plaatsgevonden bij zowel po als vo naar de behoefte, ideeën en wensen met betrekking tot meer samenwerking. Op grond hiervan hebben de gezamenlijke po-besturen en de stuurgroep STOZ besloten tot de volgende actielijnen:
In samenspraak en samenwerking met vertegenwoordigers van Zeeuwse Stichting Maatwerk is er een pilot gestart om bij SAGRO (infra, milieu en sloop) leerlingen uit het speciaal onderwijs ervaring te laten op doen in het bedrijfsleven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ‘BORIS-systematiek’, waarbij leerlingen voor hun prestaties deelcertificaten ontvangen waarmee zij zich op de arbeidsmarkt beter kunnen presenteren.
Het doel is om gedurende de projectperiode nog twee pilots te starten in andere regio’s en andere beroepssectoren.
Maritieme techniek en logistiek zijn overal in Zeeland terug te vinden. Daarom wordt voor alle vmbo-scholen met behulp van STOZ een keuzevak ontwikkeld, waarin de leerlingen kennis kunnen maken met deze voor Zeeland zo kenmerkende vakgebieden. Het mooie is dat met logistiek als keuzevak ook andere typisch Zeeuwse sectoren kunnen worden belicht. Logistiek is immers overal aanwezig.
Na de verkenning van de ideeën en wensen die er op dit gebied zijn, is gestart met de daadwerkelijke ontwikkeling, waarbij docenten (van verschillende scholen) en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven (de expertgroep) worden betrokken. Doelstelling is dat dit keuzevak in het volgende schooljaar aan de leerlingen kan worden aangeboden.
Onderwijs en bedrijfsleven verbinden. “Ik breng mijn kennis graag over op de jongere generatie. Dat voelt bijna als een morele verplichting nu ik 56 jaar ben en zoveel kennis en ervaring heb vergaard. Daar doen niet alleen leerlingen en docenten hun voordeel mee, maar ook de bedrijven waar deze jongeren na hun studie instromen,” aldus Frank Mous, assetmanager bij Stadlander. Frank heeft onlangs zijn opleidingstraject hybride techniekopleider afgerond en vanaf februari 2021 gaat Frank maximaal één dag per week lesgeven bij het mbo over de exploitatie van vastgoed. “Zo kunnen wij er samen voor zorgen dat het technisch bedrijfsleven meer invloed heeft op het technisch onderwijs.” Lees in het artikel op www.zeelandzakelijk.nl meer over hoe Frank het opleidingstraject en de stageperiode heeft beleefd en wat het hem heeft gebracht.
In het najaar 2021 wordt gestart met een nieuw opleidingstraject. Mocht je hier interesse in hebben of ken je iemand voor wie deze rol op het lijf geschreven is? Kijk op de website van Huis van de Techniek of neem contact op met projectleider Marianne van Meel (mvmeel@huisvandetechniek.nl / 06 – 11 19 25 16).
Het project Sterk Techniekonderwijs Zeeland kent veel ambities en doelstellingen, veel partijen en nog veel meer deelnemers. Het is de taak van de programma-manager (Mabri Fennema) om iedereen op koers en bij de les te houden. Een omvangrijke klus, waarbij de programma-manager met heel veel factoren en invloeden te maken krijgt.
Speciaal voor STOZ is via een samenwerking tussen Actemium en Huis van de Techniek een tool ontwikkeld die in het bedrijfsleven al ruime bekendheid geniet, maar voor het onderwijs nog nieuw is: het STOZ Dashboard.
Maandelijks vullen de projectleiders op twee digitale formulieren de voortgang, maar ook de drempels en mogelijke risico’s, in. Deze slimme formulieren (het kost maandelijks minder dan 15 minuten om de stand van zaken te updaten) worden vervolgens volautomatisch vertaald naar het STOZ- dashboard, waar de stuurgroep, en andere betrokkenen, de voortgang van de (deel-)projecten, maar ook de co-financiering op de voet kunnen volgen. Het hele project is hiermee transparant gemaakt én de projectleiders worden niet belast met het invullen en verwerken van meerdere formulieren.
Een unieke aanpak die ook bij de andere STO-regio’s flink de aandacht heeft getrokken.
Meer informatie