5 vragen voor Jan Roose, voorzitter van de TCG in Zeeuws-Vlaanderen

5 vragen voor Jan Roose, voorzitter van de TCG in Zeeuws-Vlaanderen

  1. Wat is de TCG Zeeuws-Vlaanderen en waarom bestaat de TCG?

Het platform TCG (Techniek Coördinatie Groep) Zeeuws-Vlaanderen bestaat uit vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven en het onderwijs (po, vo en mbo) en geeft sturing aan ontwikkelingen gericht op sterk techniekonderwijs in de subregio. Het programma dat gericht is op instandhouding en verdere uitbouw van sterk techniek- onderwijs in de regio Zeeuws-Vlaanderen bevat een gesubsidieerd gedeelte (STOZeeland) en een gedeelte dat uit de reguliere bekostiging van de scholen wordt betaald.

De directeuren van de vo-scholen en vertegenwoordigers vanuit het regionale bedrijfsleven vormen samen de stuurgroep van het STOZ-project voor Zeeuws-Vlaanderen als besluitvormend orgaan. Samen met de andere TCG- leden zijn ze ook verantwoordelijk voor de niet vanuit subsidie gedekte activiteiten.

  1. Wat is je rol als voorzitter?

Als voorzitter zorg je voor het borgen van de resultaten van het STOZ-project. In mijn geval door in te zetten op projectmatig werken: Met duidelijke doelen en concrete resultaten binnen de pijlers die we met elkaar hebben afgesproken. Zo zorgen we samen voor een goed ingerichte projectorganisatie en bewaken we de voort- gang. Uiteraard in verbinding met de regionale (samenwerkings) structuren die er zijn. Via de mogelijkheid die me als voorzitter is geboden stuur ik daarnaast aan op duurzaam sterk techniekonderwijs in de regio Zeeuws-Vlaanderen. Hierin heeft de TCG, niet alleen nu, maar ook op de middellange en lange termijn een belangrijke rol.

“Samen aan de slag met duurzaam sterk techniekonderwijs in de regio Zeeuws-Vlaanderen”

  1. Welke belangrijke stappen heeft STO Zeeuws-Vlaanderen tot nu toe gezet en welke waardevolle resultaten zijn behaald? Of anders gezegd: Waar ben je trots op?

Dat er nu echt projectmatig en resultaatgericht wordt gewerkt en dat de beschik- bare projectmiddelen optimaal worden benut. Kijk bijvoorbeeld naar de realisatie van de technologielokalen van de toekomst in Oostburg en Terneuzen en straks ook in de nieuwbouw in Hulst. Ook het brede draagvlak dat er inmiddels is ontstaan voor de TCG zie ik als een belangrijke stap. Mooi om te zien dat er nu ook een vertegenwoordiger uit het primair onderwijs deel uitmaakt van de TCG.

  1. Wat zijn voor de komende jaren belangrijke kansen en uitdagingen voor sterk vmbo-techniek onderwijs in de regio?

De STOZ-subsidie is door de overheid exclusief bestemd voor het vmbo en afgeleid het mbo. Het STOZ-programma dat we hebben opgezet focust dan ook op het technisch vmbo-onderwijs en de aansluiting met het mbo. Ook gaan we stappen zetten in de aansluiting met het po. Ik zie het als een kans en uitdaging om de scope te verbreden naar po, havo en vwo. En doordat we centraal sturen vanuit de TCG kunnen we de verbinding leggen tussen gesubsidieerde en regulier bekostigde projecten.

“Dat verdienen onze leerlingen en dat verdient de technieksector in onze techniek georiënteerde regio”

  1. Hoe zie je de toekomst van de TCG in relatie tot de ontwikkeling van techniekonderwijs in de regio?

Ik heb er goede hoop op dat de aanpak zoals we die in Zeeuws- Vlaanderen aan het ontwikkelen zijn verbreed kan worden naar de twee andere STOZ regio’s (Bevelanden/Schouwen-Duiveland en Walcheren). En dat we met de drie regio’s het belang van sterk techniek- onderwijs in heel Zeeland optimaal kunnen bedienen door elkaar te stimuleren, van elkaar te profiteren en efficiënt en effectief te werken. Dat verdienen onze leerlingen en dat verdient de technieksector in onze techniek georiënteerde regio.