Zo’n 50 vertegenwoordigers vanuit het onderwijs, ondernemers en de overheid kwamen samen op de beursvloer in de Beroepscampus. Niet alleen ondernemers vanuit Goeree-Overflakkee waren naar Sommelsdijk afgereisd: ook vanuit Schouwen-Duiveland, Walcheren en de regio Rotterdam waren ondernemers aanwezig. Zij gingen aan de slag met de vraag: hoe kan het opleiden en werven van nieuw personeel via het onderwijs nóg beter georganiseerd kan worden?
Vanuit RGO Beroepscampus nam Jan de Berg, programmamanager Sterk Techniekonderwijs, de rol van dagvoorzitter op zich. Hij leidde de bijeenkomst in met een uitleg over de middag. Het was Adrie Krielaart, directeur RGO Beroepscampus die de subsidiemogelijkheden ter sprake bracht. De argumenten om 5 jaar geleden te starten met STO gelden vandaag de dag nog steeds, zo blijkt uit zijn presentatie. Ook nu is er een grote vraag vanuit het bedrijfsleven naar personeel en gaan de technologische ontwikkelingen hard. Daarmee is het belang groot om kwalitatief goed, technisch onderwijs aan te bieden. Dichtbij de leerlingen.
Daarom is de school blij dat er opnieuw een mogelijkheid is om in te schrijven op de subsidie die bedoeld is om jongeren van het basisonderwijs tot en met het mbo te enthousiasmeren voor een technisch beroep. “De samenwerking met bedrijven is cruciaal om jongeren een realistisch en aantrekkelijk beeld te geven. Door ze hun talenten te laten ontdekken in de klas én op de werkvloer, vergroten we hun motivatie om aan de slag te gaan. Het liefst bij een lokaal bedrijf”, zo vertelde Adrie Krielaart. “De hoge opkomst voor deze bijeenkomst tekent ook nu weer de betrokkenheid van het bedrijfsleven. Ik hoop dat u als ondernemer in wilt springen op de mogelijkheden die er liggen.”
George ‘t Mannetje, RGO Beroepscampus profielcoördinator van Bouwen, Wonen en Interieur vertelde de aanwezigen wat jongeren in de vier jaar dat ze het vmbo volgen, aan onderwijs krijgen. Het profiel is de afgelopen jaren namelijk erg verbreed. In ieder vmbo-profiel zijn er verplichte én keuzevakken. Zo krijgt een leerling die het schildersvak in wil, andere vakken dan een leerling die stoffeerder wil worden. George ‘t Mannetje vertelde verder dat de verbinding met de werkvloer nog verder mag versterken. Docenten hebben behoefte aan actuele kennis en materialen.
Ook het bedrijfsleven kwam aan het woord. Patrick van den Boogert sprak als voorzitter van SSPBZ-Bouwmensen Zuid-West over de plannen die er zijn om het opleidingsaanbod uit te breiden. Daarvoor wordt de samenwerking gezocht met het mbo van Techniek College Rotterdam. Zij bieden op dit moment al opleidingen metselen, timmeren en tegelzetten in de Beroepscampus . Schilderen en stucadoren zijn mogelijke opleidingen die in de toekomst door Bouwmensen in de Beroepscampus worden aangeboden. Ook voert Bouwmensen gesprekken met regionale bedrijven voor maatwerkopleidingen.
Daarnaast is er de wens om de aansluiting en overstap van het vmbo naar het mbo te verbeteren, zodat meer leerlingen kiezen voor een bouwopleiding in de Beroepscampus. “Maar er moet verder gekeken worden”, zo vindt Patrick van den Boogert, “denk aan het verbreden van beroepen en daarmee de behoefte aan verschillende competenties.” Hij vertelde ook over het belang van het breder werven van personeel. “Het aantal meiden dat kiest voor techniek kan omhoog. Er is steeds meer werk dat bij hen past. Dát moeten we laten zien, we hebben ze hard nodig!” Dat geldt overigens ook voor leerlingen die nu mavo en havo volgen. Ook zij zijn welkom op een mbo-opleiding. Zeker omdat er een grote vraag is naar mbo-niveau 4 personeel. Tot slot verwees hij naar de trend rondom leven lang ontwikkelen. “Laten we kijken hoe we aan die opleidingsbehoeften kunnen voldoen door de krachten te bundelen.”
Vanuit de zaal kwamen veel reacties en vragen op de presentaties. Onderwerpen als doorgroeimogelijkheden, de overwegingen voor jongeren om voor een opleiding te kiezen, concurreren met de havens en het inspringen op kansen in de regio kwamen aan bod. En dilemma’s waren er ook: moet er meer aandacht komen voor basisvaardigheden of juist voor het aansluiten bij wat er vandaag de dag op de werkvloer gebeurt? Conclusie was dat er geen snelle oplossing is, maar dat het belangrijk is samen te kijken naar wat er op de verschillende onderdelen nodig is.
Jan de Berg vertelde tenslotte nog over de keuzekaart die RGO Beroepscampus heeft opgesteld om de samenwerking tussen bedrijven en het onderwijs vast te leggen. De activiteiten waar bedrijven aan kunnen meewerken zijn erop gericht leerlingen te helpen keuzes te maken. Belangrijkste onderdeel daarin is het zorgen voor binding met vakmensen, door regelmatig bij de leerlingen in beeld te komen. “Zo kunnen we hen enthousiasmeren voor het vak en het bedrijf.”
Voor de toekomst is het vooral belangrijk dat de samenwerking wordt uitgebreid. Tijdens de afsluiting, onder het genot van soep en een broodje, werden al meteen concrete afspraken gemaakt. Het bouwonderwijs in de Beroepscampus gaat nog meer op het bedrijfsleven gericht zijn de komende jaren, dát is wel duidelijk!
Onderwijspartijen gaan de komende tijd met de opgehaalde informatie aan de slag om de subsidieaanvraag te schrijven. In januari gaat blijken of de subsidie wordt toegekend.