Scholieren Maxima en Portus Farel delen resultaten van snuffelfietsen en geven advies

Scholieren Maxima en Portus Farel delen resultaten van snuffelfietsen en geven advies

Leerlingen van het Portus Farelcollege en Máximacollege maten twee maanden lang de hoeveelheid Ridderkerkse fijnstof. Ze deelden de resultaten en gaven advies aan de gemeente. Het project ‘Scholieren meten luchtkwaliteit’ van GLOBE Nederland startte op 14 april. Wat blijkt? In de warme maanden is de hoeveelheid fijnstof in Ridderkerk goed en kleurden de meetlocaties op de kaart blauw en groen. Ter vergelijking: in de wintermaanden kleurde de kaart rood en oranje. De lucht bevatte (te)veel fijnstof.

Leerlingen van het Máximacollege fietsten op de fietsen met een kastje dat continu data verzamelt. Dit kastje geeft met vier lampjes realtime de luchtvervuiling aan: blauw (schone lucht), geel, oranje en rood (ongezonde lucht met veel fijnstof).

Terug op school werd de data automatisch geüpload. Via het serienummer was op een digitale kaart te zien welke route is gefietst en wat de gemeten luchtkwaliteit was.  Voor leerlingen van Máximacollege, vaak in het praktijkonderwijs, met een gemiddeld IQ tussen de 55 en 80, is het belangrijk dat leerstof visueel en tastbaar is. Begrippen als ‘fijnstof’ zijn abstract en moeilijk te bevatten. Dankzij de kleuren op het kastje wordt het ineens heel concreet: ‘Fiets ik in schone lucht of niet?’. Is de lucht in het park met bomen gezonder dan langs de weg? Mohammed: ‘We mogen zelf challenges verzinnen, zoals wie kan de schoonste route fietsen? Wie woont in de schoonste wijk en met elkaar gaan we dan hiermee aan de slag.’ Zo ontstaat bewustwording bij de leerlingen over de eigen leefomgeving en gezondheid.

Ook het Portus Farelcollege deed mee met een havo 3-klas (scheikunde). Zij pakten het project meer theoretisch aan, stelden onderzoeksvragen en gebruikten de data voor profielwerkstukken. Voor leerlingen van Máxima is die benadering te abstract, zij leren vooral door te doen en te ervaren. Daarom sluiten we aan bij hún leefwereld. Zo onderhouden de leerlingen het eigen terrein door middel van snoeien, grasmaaien en beplanting. Zo werken we samen aan vergroening. En we besteden aandacht aan duurzaamheid in alledaagse dingen, zoals afval scheiden (papier, glas, statiegeld), minder voedselverspilling in de keuken, kritisch nadenken over hergebruik. Duurzaamheid is verweven in ons onderwijs, het gaat niet om een specifiek vak maar het is een mindset die we willen bijbrengen.

De scholieren gaven als advies om in de wintermaanden langer te meten. Ook raadden ze aan om rekening te houden met factoren die invloed hebben op de luchtkwaliteit. Denk aan het weer: als het regent is er minder fijnstof in de lucht en het maakt uit waar de wind vandaan komt.

De leerlingen hebben de metingen vergeleken met eerdere meetresultaten van permanente meters en met metingen van locaties buiten Ridderkerk: de luchtkwaliteit in Ridderkerk is vergelijkbaar met omliggende plaatsen.

De scholieren stelden ook vragen aan wethouder Ton Overheid. Ze waren benieuwd wat de gemeente gaat doen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Overheid: ‘We willen mensen stimuleren minder vaak de auto pakken door bijvoorbeeld fietspaden goed te onderhouden en nieuwe paden aan te leggen. Ook willen we de logistiek efficiënter maken. Met warm weer maken we inwoners bewust van alle fijnstof die vrijkomt bij barbecueën. Zo hopen we de luchtkwaliteit te verbeteren.’

De wethouder reageerde positief op de aanbeveling om het project te verlengen en scholieren langer de luchtkwaliteit te laten meten. ‘We maken graag gebruik van het aanbod om langer te meten. Dit gaan we weer samen met de scholen organiseren.’

Bronnen: gemeente Ridderkerk en CVOpen