Vmbo-scholen zouden voor technologie nog meer kunnen samenwerken

Vmbo-scholen zouden voor technologie nog meer kunnen samenwerken

Rob te Riele is aangesteld als STO regioleider Rijssen – Holten. Graag stellen we onze nieuwe STO-collega voor: “Ik vervul al jarenlang de functie van directeur op De Waerdenborch. Eerst als locatiedirecteur vestiging Goor, vervolgens circa tien jaar directeur HAVO/VWO en de laatste twee jaar ben ik directeur organisatie. Nu focus ik op mijn werk als regioleider Rijssen – Holten voor Sterk Techniekonderwijs Twente.” Tijdens een drukbezochte STO startdag voor de subregio Holten – Rijssen op 25 september presenteerde Rob zich in persoon aan alle deelnemers.

Grondige voorbereiding

Technologie vormt geen onderdeel van de achtergrond van Rob: “Tegelijkertijd onderschrijf ik het enorme belang van aandacht hiervoor in het vmbo, en eigenlijk in de gehele maatschappij. Het is cruciaal dat wij daar een compleet nieuwe en jonge generatie vertrouwd mee maken. Daarom ben ik erg enthousiast over STO en ben ik mijzelf momenteel fanatiek en grondig aan het inlezen, dat is mijn aard bij een nieuwe uitdaging. Er is enorm veel documentatie voorhanden waar ik mij in kan verdiepen. Dat vind ik essentieel, ook om mij de terminologie eigen te maken, want ik geef graag leiding door heel goed op de hoogte te zijn van de inhoud.” Rob constateerde dat er niet echt een afgebakende functieomschrijving voor regioleider STO Twente ligt: “Dat biedt aan de ene kant veel vrijheid, maar als je er, zoals ik nu, vanaf 0 induikt zou enig houvast wel praktisch zijn.”

Aandacht voor borging en continuering

Een belangrijk item voor Rob is hoe we met elkaar alle STO-activiteiten in de scholen in de regio borgen en continueren mocht de subsidiestroom eind 2028 stoppen: “Het onderwijs wordt geacht met allerlei subsidieprogramma’s inhoudelijk mee te doen, en die ook te continueren als de geldstroom stopt. Een aanname die niet vanzelfsprekend is, maar het is wel noodzakelijk om hier met elkaar goed over na te denken. Vooral vanuit mijn bestuurlijke achtergrond in het onderwijs zie ik de urgentie van die borging en continuering, dat zou voor STO na 2028 een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Dit maak ik tot een belangrijk agendapunt in mijn werk als STO regioleider Rijssen – Holten.”

Werk samen waar het kan en moet

Rob constateert een hoofdzakelijk demografisch bepaalde daling in de twentse leerlingenaantallen: “Dat heeft ook gevolgen voor de technische profielen in het vmbo. Dit roept de vraag op of we deze profielen op scholen staande kunnen houden zónder dat de scholen hierin onderling samenwerken. Ik roep op tot het constructieve gesprek met een open vizier op samenwerking, ook op technologisch gebied en in de technische vmbo-profielen.” Rob geeft voorbeelden: “Rijssen en Holten hebben al jarenlang beide een Technasium, met daaromheen een compleet netwerk. Ook werken Holten en Rijssen al goed samen in de regionale opleidingsscholen en zitten we in het samenwerkingsverband voor passend onderwijs. Ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat we dit soort intensieve samenwerkingen op ook technologisch gebied tussen Rijssen en Holten niet zouden kunnen realiseren.”

Overlappende activiteiten efficiënter op elkaar afstemmen

Ook op het gebied van technologie-onderwijs zouden we overlappende activiteiten nog efficiënter op elkaar kunnen afstemmen, vindt Rob: “Het is onze taak om onze leerlingen in deze regio gezamenlijk te voorzien van een passend aanbod op alle onderwijsafdelingen, expliciet ook op technologie. Dat slaagt alleen in een goede, regionale samenspraak.” Rob noemt de Achterhoek waar ze al langer met krimp te maken hebben, ook in technologie-onderwijs: “Het kan nuttig zijn om ons oor in dit soort regio’s te luister te leggen en te leren van hun ervaringen.”

Graag op de achtergrond actief

Wat houdt Rob in zijn vrije tijd bezig? “Ik speel al heel lang altviool in meerdere orkesten. Een instrument dat je nooit prominent hoort, maar mist als het niet speelt. Zo zit ik zelf als persoon ook in elkaar. Ik ben niet heel nadrukkelijk aanwezig en graag op de achtergrond ondersteunend actief. Maar áls ik dan iets zeg, dan doet dat ertoe. Da’s niet arrogant bedoeld, maar een typering die anderen vaak over mijzelf geven. Verder lees ik graag en veel en ben ik sportief actief met fietsen, wandelen en spinning.”