Sla de spijker op de kop: STO gebaat bij meetbare techniekpromotie

Sla de spijker op de kop: STO gebaat bij meetbare techniekpromotie

In alle STO-regio’s in Nederland wordt hard gewerkt aan techniekpromotie. Dit betekent in de praktijk vaak het etaleren van de nieuwste ‘technieken’ aan jongeren om hen te boeien voor bijpassende studies en beroepen. Tim Post adviseert STO Twente: “Onderwijsontwikkeling begint met meetbare opbrengsten, niet met lesmiddelen. De hamvraag is hoe onze ambitie zich vertaalt in effectieve techniekpromotie voor onze doelgroepen. Deze opbrengstgerichte aanpak borgt dat uitwerkingen van onze ambitie leiden tot doeltreffende onderwijsactiviteiten. Dit advies druk ik álle STO-regio’s in Nederland op het hart.”

Tim Post is onderwijspsycholoog (PhD), gespecialiseerd in W&T-onderwijs en onder meer werkzaam als coördinator van het Technologie Platform Enschede. Aan onderwijswetenschappelijke bouwstenen voor effectieve techniekpromotie is geen gebrek, weet Tim: “Wereldwijd hebben beleidsmakers, onderwijzers en het bedrijfsleven zich al ingezet voor techniekpromotie onder jongeren. STO is daarin niet nieuw. Onderzoek naar deze initiatieven heeft waardevol inzicht opgeleverd in doeltreffende techniekpromotie. In mijn ogen is de kloof tussen deze kennisbasis en de praktijk nog groot. Zonde, want dit laat veel werkgroepen onnodig worstelen met theoretische vragen of het laat hen investeren in goedbedoelde initiatieven die in het verleden nauwelijks effectief bleken. Ik denk dat STO daarom gebaat zou zijn bij een praktijkgerichte werkwijze voor gefundeerde en meetbare techniekpromotie. Daarmee helpen we werkgroepen spijkers met koppen te slaan.”

Bundel de krachten van wetenschap en de onderwijspraktijk

“Het is een cliché, maar meten is weten. In de eerste plaats niet alleen om te weten of onze techniekpromotie effectief is, maar vooral om docenten te informeren welke concrete opbrengsten we precies van hen verwachten. Meetbare techniekpromotie ontstijgt algemene activiteitenplannen. Neem bijvoorbeeld de ambitie om de beelden en attitudes van jongeren ten aanzien van technisch werk te verbeteren. Een nobel streven, maar over welke beelden en attitudes hebben we het dan precies? Vraag het docenten en je krijgt een ander antwoord per docent. Die verscheidenheid uit zich vervolgens vaak in onsamenhangende techniekpromotie en effecten. Zonde, want onderzoek biedt al veel beproefde kaders.” Daar komt bij, stipt Tim aan, dat het opstellen van meetbare techniekpromotie alle STO-regio’s zou kunnen verbinden op de inhoud.

Combineer techniekpromotie met context en storytelling

Neem bijvoorbeeld de befaamde 3D-printer in veel van onze Technolabs. Die zijn uiteraard fantastisch, beaamt Tim: “Ik ben de eerste om zulke technologie toe te juichen. Maar waartoe dient de printer precies? Onderzoek adviseert om leerlingen niet alleen mooie dingen te laten maken met de 3D-printer omdat het kán, maar om hen 3D-producten te laten ontwikkelen waarmee zij een link leggen met de zaken die er in hun verdere leven toe doen. Daarmee behartig je doeltreffende techniekpromotie: je confronteert leerlingen met de vraag welke rol een 3D-printer eigenlijk speelt en gaat spelen in de maatschappij. Zorg er dus voor, is het advies, om techniekpromotie te doordringen van context en storytelling. Een goed voorbeeld van opbrengstgerichte techniekpromotie voor onze werkgroepen.”

Maak techniek betekenisvol

Tim geeft een ander voorbeeld: “Een ander doel van techniekpromotie is jongeren op de hoogte te brengen van actuele technologische ontwikkelingen in de wereld die invloed (zullen) zijn op hun leven. Dat betekent dat, volgens onderzoek, techniekpromotie niet zozeer draait om het leren bedienen van de 3D-printer, maar om jongeren te boeien voor de technologische ontwikkeling achter de printer. Je kunt je voorstellen dat dit onderwijsdoel een andere invulling zou geven aan je onderwijsactiviteiten dan het aanleren van vaardigheden, bijvoorbeeld door leerlingen te laten debatteren met vakmensen over kansrijke opvolgers van de 3D-printer. Een bijhorende strategie is kinderen daarbij zo vroeg mogelijk te boeien, al vanaf een leeftijd van 6 jaar in het basisonderwijs. Dan blijken kinderen namelijk psychologisch gezien het meest sensitief voor positieve beeldvorming. Start je pas later, dan ben je te laat en kun je van techniekpromotie nauwelijks effect verwachten. Onderzoek onderstreept dus het speerpunt om het PO integraal bij STO te betrekken. Daarvoor bestaan allerlei concrete suggesties voor ontwikkelaars.”

Zet de beleving van de leerling centraal

Tim geeft graag nog een ander voorbeeld: “Effectieve techniekpromotie zet de beleving van de leerling centraal en niet die van de docent. Dus moeten we ons onderwijs in relatie tot techniek nog meer inrichten rondom de manier waarop het kind in kwestie in de wereld staat en die wereld ervaart. Zo laat je aan bijvoorbeeld al een groep 6 leerling zien hoe techniek het verschil gaat maken in zijn of haar latere studie, baan, levensgroei, wereld en klimaat. Kortom, construeer je techniekonderwijs veel meer vanuit de eigen ideeën, nieuwsgierigheid en creativiteit van het kind. Dan krijgt technologie voor hem of haar betekenis, blijft het hangen en realiseer je dus duurzame opbrengsten.”

Focus op het totale spectrum van doelen voor techniekpromotie

Natuurlijk doen we al heel veel goed per subregio binnen STO Twente, benadrukt Tim: “We hebben prachtige Technolabs met allerlei onderwijsprogramma’s. Door samen de wetenschappelijke basis te leggen voor effectieve techniekpromotie, kunnen we samen ook onderbelichte aspecten van techniekpromotie in kaart brengen en die met beide handen aanpakken. In plaats van meer van hetzelfde doen, verbreden we onze techniekpromotie. Met wetenschappelijke meetinstrumenten hiervoor kunnen we vervolgens onze effectiviteit gericht meten onder jongeren en, waar nodig, verbeteringen aanbrengen bij onze diensten. Met een hamer in de hand lijkt alles op een spijker. Hoogste tijd dus voor een rijkgevulde gereedschapskist.”

Tips van Tim

  • Onderwijsontwikkeling begint met meetbare opbrengsten, niet met lesmiddelen.
  • Onderzoek onderstreept het speerpunt om het PO integraal bij STO te betrekken.
  • Start zo vroeg mogelijk met het boeien van kinderen voor techniek, al vanaf een leeftijd van 6 jaar in het basisonderwijs.
  • Effectieve techniekpromotie zet de beleving van de leerling centraal en niet die van de docent.
  • Zorg ervoor om techniekpromotie te doordringen van context en storytelling.