Ruth Julen: “Samenwerking vraagt om duidelijke afspraken en draagvlak”

Met deze serie delen we verhalen van mensen die op allerlei manieren bijdragen aan beter en toegankelijker techniekonderwijs. Met deze verhalen uit de praktijk willen we laten zien wat er mogelijk is – groot of klein, eenvoudig of vernieuwend – om uiteindelijk leerlingen enthousiast te maken voor techniek en technologie.

Als penvoerder van STO Almere is Ruth Julen, directeur van Stad College, eindverantwoordelijk voor de subsidiegelden die de regio krijgt. Ze ziet erop toe dat middelen zorgvuldig worden besteed en eerlijk worden verdeeld. Ook houdt ze de stuurgroep aangehaakt bij de ontwikkelingen.

Samenwerking vraagt om heldere communicatie

Heldere communicatie met de stuurgroep en directieleden van de scholen is volgens Ruth essentieel. “Directieleden spelen een belangrijke rol in het creëren van draagvlak in hun school. Het is daarom belangrijk dat ze weten wat er speelt en waar interne projectleiders tegenaanlopen, want die voeren de plannen uit.”

Na evaluatie van de eerste fase van STO bleek dat de communicatie bleek dat de communicatie richting directieleden beter kon. “Voorheen hadden we alleen overleg met de stuurgroep, voortaan organiseren we daarnaast tweemaal per jaar een groot directieoverleg. Zo worden ook de directeuren van alle deelnemende scholen actief betrokken en meegenomen in het proces. Interne projectleiders zullen zich daardoor meer gesteund en gewaardeerd voelen, wat ten goede komt aan hun motivatie, het draagvlak en een betere samenwerking.”

Projecten uitbreiden naar alle scholen

In de opstartfase van STO werden de randvoorwaarden bepaald en zijn er een aantal projecten opgezet. “We zitten nu in de tweede fase van STO en we moeten ervoor zorgen dat we in de komende jaren verder uitvoering geven aan de projecten en waar nodig verduurzamen of verbreden.. Projecten die Almere-breed georiënteerd zijn, zoals de Tech Vierdaagse, lopen wel, maar de samenwerking kan beter. We willen dat alle scholen meedoen.”

De samenwerking tussen bepaalde scholen onderling gaat volgens Ruth over het algemeen goed, maar ook dat wordt uitgebreid. “Leerlingen van Nautilus (speciaal onderwijs) volgen enkele lessen in het regulier onderwijs (Stad College of op Aeres VMBO). Dit zijn al mooie stappen en gaan we breder gaan uitrollen.”

Meer kennis over financiën nodig

Er zijn ook wat uitdagingen, waar de financiën er een van is. “In de eerste periode van STO lag de focus op investeren en opbouwen. In deze fase ligt de focus op bestendigen en uitbreiden. De budgetten zijn beduidend kleiner dan scholen hadden gehoopt. Er dient rekening gehouden te worden met afschrijvingen van eerder gedane investeringen. Dit heeft invloed op de beschikbare budgetten. Er is meer kennis nodig over financiën en duidelijkheid over hoe de budgetten zijn opgebouwd.”

Om dat te bereiken gaan we per school in gesprek. “We lichten de begroting toe en leggen uit wat er daadwerkelijk te besteden is. Vervolgens kijken we samen naar hoe we omgaan met het beschikbare budget, met de focus wat er nog wel kan. Het kost veel tijd, maar zorgt er ook voor dat plannen realistisch en haalbaar blijven.”

Concreet helpt om in actie te komen

Om techniekonderwijs tot een succes te maken is het belangrijk dat scholen actief de samenwerking met elkaar zoeken. “Probeer van elkaar te leren en niet telkens het wiel opnieuw uit te vinden. Zet samen techniek beter op de kaart, zodat leerlingen zien welke kansen er voor hen liggen. Dat is uiteindelijk waar het allemaal om draait.”

Daarnaast helpt het om plannen heel concreet te maken. Dat merkte Ruth bijvoorbeeld in de samenwerking met het ROC. “Door duidelijk te maken wat we willen bereiken, wat dat betekent en wat er concreet uitgevoerd moet worden, werd het ineens veel makkelijker om stappen te zetten.”

Na dat overleg is het team voortvarend aan de slag gegaan. Een aantal bijeenkomsten over doorlopende leerroutes VO-MBO heeft in 2025 reeds geresulteerd in een mooie samenwerking. Zo organiseert ROC Flevoland oriëntatiemomenten en verdiepingsprogramma’s gekoppeld aan keuzevakken voor leerlingen van het voortgezet onderwijs.